Menu Close

Het Leven en Werk van Srila Prabhupada H1-3

Een kantoor in Delhi
Met een nieuw doel voor ogen keerde Bhaktivedanta Swami naar Delhi terug. Het belangrijkste centrum van India voor papier en drukwerk bevond zich in Chandni Chowk, in het oude gedeelte van Delhi. Bhaktivedanta Swami dacht dat het het beste zou zijn als hij zich daar vestigde, zodat hij regelmatig kon onderhandelen over het drukken van boeken. Via een oude bekende uit de boekdrukwereld kwam hij in contact met een tempeleigenaar die hem in zijn Radha- Krishna tempel, in de buurt van Chandni Chowk, een kamer gaf waar hij gratis kon wonen. De buurt heette Chippiwada, een overbevolkte wijk waar zowel Hindoes als Moslims woonden. Nu kon Bhaktivedanta Swami zowel in Vrindavan als in Delhi werken. Met frisse moed haalde hij een paar donaties op en hervatte de publicatie van Back to Godhead, terwijl hij tegelijkertijd aan zijn vertaling van en commentaar op het Srimad-Bhagavatam begon.

Beschutting bij de Goswami’s
Groot was Bhaktivedanta Swami’s vreugde toen Gaurachand Goswami, de eigenaar van de Radha-Damodar tempel in Vrindavan, hem uitnodigde om in het gebouw rond de tempel te komen wonen. Deze fameuze tempel was het eeuwige thuis van de illustere Srila Rupa en Srila Jiva Goswami, twee van Sri Caitanya’s meest geliefde metgezellen en de auteurs van diverse belangrijke Gaudiya-Vaishnava geschriften. Zij hadden er persoonlijk geleefd en hun boeken geschreven, en in hun samadhi- tombes waren zij voor altijd aanwezig op de binnenplaats van de tempel. Was er een meer geschikte plek om te verblijven voor Sri Caitanya’s trouwe dienaar, die zonder ophouden mediteerde op hoe hij Zijn genade met de rest van de wereld kon delen?

Drie jaren van wachten en sparen
Toen Bhaktivedanta Swami de kamers echter kwam bekijken, zag hij dat ze hard aan reparatie toe waren. Zoals altijd ontbrak het hem aan geld om dit terstond te doen. Maar toch nam hij het aanbod graag aan. In de maanden die volgden zou hij het benodigde bedrag langzamerhand bijeen kunnen sparen, zodat hij op een dag Krishna kon dienen in de persoonlijke vertrekken van Srila Rupa en Srila Jiva Goswami.
In juli 1962, na drie lange jaren van mondjesmaat sparen voor de verbouwingen, waren zijn vertrekken in de Radha-Damodar tempel eindelijk klaar om te bewonen. Met blijdschap in zijn hart nam Bhaktivedanta Swami zijn intrek in deze heilige plaats. Nu kon hij, zonder zelfs zijn kamer te hoeven verlaten, door zijn raam het tempelaltaar met daarop de bijna anderhalve meter hoge vorm van Sri Vrindavan-candra aanschouwen. Dit was de zwart marmeren murti van Krishna, die honderden jaren geleden door Krishnadasa Kaviraja was vereerd.

De wens van de acarya ’s
In de Radha-Damodar tempel maakte Bhaktivedanta Swami altijd zijn eigen maaltijden klaar. En als hij ging zitten om prasadam te nemen, kon hij door het rasterwerk samadhi -graftombe van Rupa Goswami zien. Dan voelde hij Srila Rupa Goswami’s aanwezigheid en dacht aan zijn eigen missie voor zijn geestelijk leraar. Bhaktivedanta Swami’s geestelijk leraar en de geestelijk leraren voor hem in de geestelijke erfopvolging, hadden gewild dat de beweging voor Krishna-bewustzijn zich over de hele wereld zou verspreiden, en terwijl Bhaktivedanta Swami dagelijks inspiratie opdeed als hij voor de samadhi van Rupa Goswami zat, vroeg hij zijn geestelijke voorgangers in een gebed om steun.
De directe leiding die hij van hen ontving, beschouwde hij als absoluut en geen enkele regering, uitgever of wie dan ook kon hem daar vanaf brengen of er iets aan afdoen. Rupa Goswami wilde dat hij naar het Westen ging, Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati wilde dat hij naar het Westen ging; en Krishna had ervoor gezorgd, dat hij naar de Radha-Damodar tempel gekomen was, om hun zegen te ontvangen. In de Radha-Damodar tempel kreeg hij het gevoel dat hij een eeuwig oord binnen was gegaan dat alleen bekend was aan zuivere toegewijden van de Heer. Hoewel de Goswami’s hem toestonden zich nauw met hen te verbinden op de plek waar zij hun tijd aangenaam hadden doorgebracht, had hij toch het gevoel, dat ze hem opdracht gaven om weg te gaan van Radha-Damodar en Vrindavan, om de boodschap van de acarya’s naar die delen van de wereld te brengen waar de mensen de essentie van het leven vergeten waren.

Srila Prabhupada’s kamer @ Sri Sri Radha Damodara tempel

Het ontstaan van een levenswerk
Ondanks de ongemakkelijke reis en de helse drukte van de grote, stoffige stad pendelde hij nog steeds vaak op en neer naar Delhi. Naast het gebruikelijke werk voor zijn “Back to Godhead”, begon Bhaktivedanta Swami in de vroege ochtenduren met zijn vertaling van het Srimad-Bhagavatam. Maandenlang schreef hij, iedere ochtend zittend voor zijn eenvoudige bureau, zijn kamer verlicht door een zwakke lamp. En zijn toewijding wierp vruchten af. Langzamerhand stapelden de vellen papier zich op tot een heus manuscript. Bhaktivedanta Swami wist dat zijn Engels niet foutloos was, maar hij had niemand om zijn werk te controleren. Op dezelfde manier als

wanneer ergens brand uitbreekt in een huis waarvan de bewoners een andere taal spreken, ze toch de middelen zullen vinden om zich duidelijk te maken, redeneerde hij dat de publicatie van deze heilige kennis zo dringend was, dat het feit dat hij de schrijftaal niet perfect beheerste hem niet mocht weerhouden.
Het volgende probleem was om iemand te vinden die zijn boeken wilde drukken. Welke commerciële uitgever zat er nu te wachten op een Engelse versie van het Srimad-Bhagavatam, gepubliceerd in zestig delen?

Srila Rupa Goswami’s samadhi

Spirituele kennis voor de hele wereld
Om zijn boeken uit te brengen, zou hij daarom donaties moeten verzamelen en in eigen beheer gaan publiceren. Een bekende uit de wereld van de drukkerij raadde Bhaktivedanta Swami aan om naar Gorakhpur te gaan en zijn manuscript te laten zien aan Hanuman Prasad Poddar, een beroemd uitgever van religieuze literatuur.
Bhaktivedanta Swami reisde er heen en kreeg een donatie van vierduizend roepies voor de publicatie van het eerste deel van het Srimad-Bhagavatam. In 1962 liep hij dagelijks op en neer tussen zijn kamer en de drukker. Hij las en corrigeerde de proefdrukken zelf en toen het eerste deel al gedrukt werd, was hij nog bezig om de laatste hoofdstukken te schrijven. Toen alles gedrukt was, ging Bhaktivedanta Swami de stad in om zijn boeken te verkopen, net zoals hij gedaan had met zijn tijdschrift Back to Godhead.

Gunstige recensies
Al spoedig kreeg zijn werk gunstige recensies van Hanuman Prasad Poddar en van de beroemde Hindoestaanse filosoof Dr. RadhaKrishnan. Zijn geleerde godbroeders gaven eveneens blijk van hun waardering. Bhaktivedanta Swami stuurde boeken naar leidinggevende politici en kreeg gunstige reacties van Sri Biswanath das, de gouverneur van Uttar Pradesh en van Dr. Zakir Hussain, de vice-president van India. Hij mocht ook met Dr. Hussain komen praten en een paar maanden later kreeg hij de kans om de eerste minister, Lal Bahadur Shastri, te ontmoeten. Met de positieve recensies als reclame ging Bhaktivedanta Swami mogelijke donateurs af om geld in te zamelen voor het drukken van de volgende delen. Slechts door opperste volharding en Krishna’s welwillendheid slaagde Bhaktivedanta Swami erin om in de jaren 1962-1965 het eerste Canto van het Bhagavatam te schrijven en in drie delen te financieren met verzamelde donaties.

Sumati Morarji
Een van de welwillende donateurs was mevrouw Sumati Morarji. Zij was de eigenares van de ‘Scindia Stoombootmaatschappij’. Dit bracht Bhaktivedanta Swami op een idee. Al jaren droomde hij ervan om naar Amerika te kunnen reizen zodat hij de oorspronkelijke instructie van zijn geestelijk leraar ten uitvoer kon brengen. Zijn eerste boeken waren nu klaar en hadden diverse positieve reacties ontvangen. Waarom nog langer wachten? Misschien wilde deze vrome dame hem wel gratis passage geven op een van haar stoomschepen! Maar Sumati Morarji vond het geen goed plan. Swamiji was veel te oud om zo ver te reizen. Hij kon gemakkelijk ziek worden op zo’n lange overtocht, sterven zelfs. Bovendien, wat moest zo’n respectabele Vaishnava doen in een wilde plek als New York? Beter zou hij eerst zijn Srimad-Bbagavatam helemaal in India afmaken en dan verder zien.

Srila Prabhupada en Srimati Sumati Morarji

Bron: Het leven en Werk van Srila Prabhupada
Gebaseerd op de Srila Prabhupada-Lilamrita door Satsvarupa dasa Goswami
Selectie en Bewerking door Gokula Vrindavan devi dasi en Rati Manjari devi dasi