’Een realistisch mens’
Het duurde niet lang voordat ook de locale pers belangstelling toonde voor Bhaktivedanta Swami en zijn missie van het Krishna-bewustzijn. Het hippe blad “The Village Voice” bracht in hun juninummer een positief artikel uit. Op de bijbehorende foto zag Bhaktivedanta Swami er ernstig, bijna bedroefd uit. De verslaggever rapporteerde als volgt:
“De ontmoeting tussen het mystieke Oosten en het praktische Westen wordt Achtbaar in het zonderlinge contrast tussen A.C. Bhaktivedanta Swami en zijn Amerikaanse leerlingen. De swami, een ontwikkeld man van in de zeventig die een voortreffelijke opleiding heeft genoten, is hier voor een jaar om zijn evangelie van vrede, goede wil en vroomheid te prediken en, meer praktisch, om geld bijeen te krijgen voor zijn Amerikaanse kerk…
Net zoals zijn leer, is de swami verstandig en direct.
Het belangrijkste punt van zijn leer is, dat de mensheid dichter bij God kan komen door Zijn heilige naam te reciteren. Ondanks het feit dat de swami naar Amerika is gekomen om de wortel van het goddeloze materialisme op te sporen – een ziekte die, naar zijn zeggen, ook India al in haar greep heeft – is hij een realistisch mens. “Als er ergens op de wereld geld is om een tempel te bouwen, dan is het hier wel.” De swami wil in Amerika een Internationale Gemeenschap voor Krishna-bewustzijn oprichten, die voor iedereen – ook voor vrouwen – opengesteld zal zijn.”
India zwijgt
Bhaktivedanta Swami had goede hoop op wat het artikel in de Voice, ‘zijn Amerikaanse kerk’ had genoemd. Er zat leven in zijn lezingen en in de kirtans en hij begon eindelijk een klein maar stabiel groepje volgelingen te krijgen. Vanuit India hoefde hij echter niets te verwachten. Hij had regelmatig gecorrespondeerd met Sumati Morarji, zijn godbroeders en de Indiase regering, maar hun antwoorden waren niet erg bemoedigend geweest. Als het Krishna-bewustzijn ooit succes zou krijgen in Amerika, zou het zonder hulp van de Indiase regering of van Indiase financiers moeten zijn. Krishna had duidelijk een ander plan voor Bhaktivedanta Swami. Hij zou al zijn energie moeten stoppen in de jonge mannen en vrouwen die naar hem toekwamen op zijn zolder in de Bowery.
Een Amerikaanse Vaishnava
Van al zijn vrienden en bewonderaars gaf Bhaktivedanta Swami zijn kamergenoot, David Allen, de meeste persoonlijke aandacht en training. Hij wilde David een speciale kans geven om de eerste echte Vaishnava van Amerika te worden. Uiteindelijk zou Bhaktivedanta Swami naar India terugkeren en dan zou hij David Allen meenemen naar Vrindavan. Hij zou hem laten zien hoe Krishna in de tempel vereerd werd en hem opleiden om in de toekomst in het Westen te prediken.
David raakte geïnteresseerd in het Krishna-bewustzijn en wilde het liefst zo snel mogelijk zoveel mogelijk vooruitgang maken. Bhaktivedanta Swami lachte bij het zien van zijn enthousiasme en gretigheid. “Geduld, geduld”, zei hij tegen hem. “Natuurlijk zal het gebeuren. Als je zo’n sterk verlangen hebt, zal God je helpen. Hij is binnenin je. Hij probeert gewoon te zien hoe oprecht je bent. Dan zal hij je alle kans geven om vooruitgang te maken in het geestelijk leven.”
David flipt
In het begin woonden David en de swami vredig samen in de grote ruimte. Bhaktivedanta Swami werkte geconcentreerd aan zijn kant van de afscheiding, terwijl David in de grote open ruimte kon rommelen. Maar ondanks zijn omgang met de swami bleef hij doorgaan met het gebruiken van softdrugs en allerlei pillen. Dit zou hen langzaam uit elkaar drijven.
Bhaktivedanta Swami was van plan om de zolder als tempel te gebruiken door deze te veranderen in de eerste Radha-Krishna tempel van New York. Daarvoor had hij Davids medewerking nodig.
Hoewel hij midden in een van de meest ellendige buurten van de wereld zat, sprak Bhaktivedanta Swami erover om murti’s uit Jaipur of Vrindavan naar de Bowery te laten komen en met tempeldiensten te beginnen. Hij dacht dat David wel zou helpen. Ze waren tenslotte kamergenoten, dus kon er geen sprake van zijn dat David niet mee zou werken. Dan moest hij echter wel zijn slechte gewoontes opgeven.
Op een avond, nadat David een dosis LSD had ingenomen, ging het volledig mis.
David begon te jammeren en liep maar door de grote open ruimte heen en weer. Toen begon hij te gillen en te huilen en over de hele zolder te rennen. Opeens kwam hij recht op de swami af. Plotseling stond Bhaktivedanta Swami niet oog in oog met David – de aardige David die hij mee naar India zou nemen, naar de brahmana’s in Vrindavan – maar met een gedrogeerde onbekende met wilde ogen: een gek.
Wat nu?
Bhaktivedanta Swami wist dat hij weg moest. Onmiddellijk. Hij liep de straat op zonder iets mee te nemen. Maar waar moest hij nu naartoe gaan?
Terug naar India?
Hij dacht er niet over om nu op te geven, net nu zijn predikwerk een beetje begon te lopen. Zwijgend liep hij verder door de straten van New York. A.C. Bhaktivedanta Swami Maharaja, die in Vrindavan bij iedereen bekend was en gerespecteerd werd als een eminent geleerde en toegewijde, en die zomaar de vice-president van India en vele andere aanzienlijke personen kon ontmoeten, moest nu de naakte waarheid onder ogen zien; hij had in de Verenigde Staten geen enkele vriend van formaat.
Plotseling was hij net zo dakloos als een willekeurige zwerver. In feite hadden velen van hen die voor langere tijd een bed hadden in een slaaphuis, meer zekerheid dan hij. Ze waren geruïneerd, maar ze hadden een vaste verblijfplaats. Tenzij je een duidelijk omlijnd doel had, zoals rechtstreeks naar de winkel gaan of weer terug naar huis, was de Bowery een hel. Het was geen plaats om stil te staan en je af te vragen waar je moest wonen of waar je ergens een vriend had bij wie je aan kon kloppen. Wat werd het toch moeilijk om te midden van deze dwaze mensen in Amerika te prediken! Zou hij terug gaan en proberen met David te praten? Dit was de eerste keer geweest dat de jongen op het punt had gestaan gewelddadig te worden, maar er waren vaker gespannen momenten geweest.
Bhaktivedanta Swami liep snel, bijna net zo snel als de gedachten die door zijn hoofd tolden. Hij had een vrije overtocht bij de Scindia Line. Hij kon naar huis gaan, naar Vrindavan. Maar zijn geestelijk leraar had hem opgedragen om hierheen te komen, naar het Westen. En nu, zoveel jaren later, was hij er eindelijk.
“Door het sterke verlangen van Sri Srimad Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura,” had hij tijdens de overtocht over de Atlantische Oceaan geschreven, “zal de heilige naam van Heer Gauranga in alle landen van de wereld gehoord worden.” Voor het donker zou hij ergens onderdak moeten vinden en een manier om de vaart, die nu in zijn
predikwerk zat, erin te houden. Zo was het nu, om zonder steun van de regering, zonder hulp van een religieuze organisatie of zonder een begunstiger te moeten werken. Het betekende dat hij kwetsbaar was, en onbeschermd.
“Vertrouw op Mij”
Bhaktivedanta Swami beschouwde de crisis als een beproeving van Krishna. Het onderricht van de Bhagavad-gita luidde dat men zich voor bescherming afhankelijk moest stellen van Krishna: “Vertrouw op Mij bij alles wat je doet en werk altijd onder Mijn bescherming. Wees je in dergelijke toegewijde dienst volledig van Mij bewust. Door Mijn genade zul je alle hindernissen van het gebonden bestaan overwinnen.”
Niet wetend wat hij anders moest doen, belde Bhaktivedanta Swami een van de regelmatige gasten van zijn avondbijeenkomsten, Carl Yeargens. Deze nodigde Bhaktivedanta Swami direct uit om voorlopig bij hem en zijn vriendin Eva in te trekken.
De eerste tempel in Amerika
Eva was echter niet erg enthousiast om een onthechte swami in huis te hebben, die wellicht haar vriend van haar af zou troggelen. Gelukkig vonden de jongens na een week een advertentie voor een pand aan de Second Avenue en ze maakten een afspraak met de makelaar, de Heer Gardiner. Het was een oud winkelpandje. Het moest hier en daar wat opgeknapt en geschilderd worden, maar het zag er veelbelovend uit. Achter de winkel was een gebouw waar Bhaktivedanta Swami een appartement kon huren om te wonen en te werken aan zijn boeken. De totale huur zou dan op 196 dollar per maand komen en Carl, Mike en de anderen zouden hiervoor instaan.
Swamiji’s expertise
Bhaktivedanta Swami kreeg het idee om Paul Gardiner, de makelaar, tot de eerste officiële gevolmachtigde te maken van zijn ontluikende gemeenschap voor Krishna-bewustzijn. Tijdens hun ontmoeting gaf hij hem een driedelige set van zijn Srimad-Bhagavatam en schreef hij voorin een persoonlijke opdracht die hij ondertekende met “A.C. Bhaktivedanta Swami”. Gardiner voelde zich gevleid en vereerd, dat hij deze boeken van de schrijver zelf mocht ontvangen. Hij stemde ermee in gevolmachtigde te worden van de nieuwe gemeenschap voor Krishna-bewustzijn, en de gemeenschap 20 dollar per maand te betalen.
Hij ging ook hard aan het werk met schilderskwast en verfpot om het oude winkelpandje een wat frisser aanzicht te geven. De jongens hielpen flink mee. Na een week was de verbouwing klaar en was het appartement voorzien van elektra, water en zelfs telefoon. De jongens hadden gezamenlijk de huur voor de eerste maand betaald. Te voet werden de spullen van de swami naar zijn nieuwe woning gebracht. Zijn eerste tempel was een feit.
Op zoek naar echt geluk
De zestiger jaren waren een roerige tijd. Na de Tweede Wereldoorlog hadden de wederopbouw van de economie en de voortschrijdende industrialisering geleid tot een ongekende materiële welvaart. Daarnaast begon de jongere generatie zich te roeren. Jonge mensen probeerden zich te ontworstelen aan de normen en waarden zoals die grotendeels door de kerkelijke leer werd bepaald. Zij zagen dat welvaart niet garant stond voor geluk en tevredenheid. Zoals eerder de immigranten New York overspoelden, op zoek naar betere materiële omstandigheden, zo vond er nu opnieuw een instroom plaats van jongeren op zoek naar zichzelf.
Ze verlangden naar een zinvoller leven dan het dagelijks ploeteren voor geld om er felbegeerde spullen van te kopen, die de mensen in feite werden opgedrongen door het reclameapparaat en die op langere termijn geen geluk opleverden. Ze waren op zoek naar werkelijk en blijvend geluk.
Bron: Het leven en Werk van Srila Prabhupada
Gebaseerd op de Srila Prabhupada-Lilamrita door Satsvarupa dasa Goswami
Selectie en Bewerking door Gokula Vrindavan devi dasi en Rati Manjari devi dasi