Hoofdstuk 3 – Alleen hij kon hen leiden San Francisco 1967
Een goed begin
Bij aankomst op het vliegveld van San Francisco wachtte Swamiji een buitengewone verrassing. In de aankomsthal
werd hij verwelkomd door zo’n vijftig hippies en ze chantten allemaal Hare Krishna. Voor zijn komst waren er maar
een paar van zijn discipelen in San Francisco geweest. Toch waren deze enthousiaste en daardoor overtuigende
jongeren erin geslaagd om in korte tijd een behoorlijk aantal mensen te interesseren voor zijn boodschap.
Bovendien was de ‘Mantra Rock Dance’, een muziekspektakel rond de heilige Naam dat binnenkort in San Francisco
gehouden zou worden, al in verre staat van voorbereiding en iedereen had wel iets gehoord over de swami uit New
York. Onder de aanwezigen op het vliegveld bevond zich ook Allen Ginsberg. Hij was een icoon van de
jongerenbeweging, bekend als dichter en redenaar. Hij had Swamiji in New York twee harmoniums cadeau gedaan
en wat geld gegeven voor de missie. Gezamenlijk ging het gezelschap naar de gereedstaande auto’s en togen naar de
tempel in de stad.

De vredesformule
Na aankomst in het nieuwe Hare Krishna centrum leidde Swamiji een kirtan en begon toen te spreken; hij nodigde
iedereen uit Krishna-bewust te worden. “De grote fout in de moderne samenleving,” stelde Swamiji, “is dat de
mensen beslag leggen op andermans eigendom alsof het hun eigen bezit was. Dit veroorzaakt een onnatuurlijke
verstoring. God is de uiteindelijke eigenaar van alle dingen in het universum. Als de mensen weten dat God de
uiteindelijke eigenaar is, de beste vriend van alle levende wezens en degene voor wie alle offers bestemd zijn, dan zal
er vrede zijn.”
’s Avonds was zijn aankomst te zien op TV en de volgende dag stonden er ook verschillende artikelen in de krant.
Het nieuwe project
Naast het winkeltje hadden zijn leerlingen ook een appartement gehuurd in het aangrenzende gebouw. Hier hervatte
Swamiji het schema dat hij gewend was. Hij gebruikte de stille uren van de nacht om te werken aan zijn boeken. Na
het voltooien van het eerste Canto van het Srimad- Bhagavatam had hij zijn aandacht grotendeels verlegd naar het
vertalen van de Bhagavad-Gita, wellicht het meest bekende Indiase filosofische werk. In de jaren veertig had Swamiji
al een keer de hele Bhagavad-Gita vertaald en becommentarieerd, maar het manuscript was verdwenen.
Nu was hij begonnen aan een nieuw project, het samenvatten van het ‘Sri Caitanya-Caritamrita’, het toonaangevende
werk in het Bengaals over het leven van Heer Caitanya, de laatste verschijningsvorm van Heer Krishna hier op aarde,
ruim vijfhonderd jaar geleden. Heer Caitanya was de feitelijke vader en grondlegger van de Beweging voor Krishna-
bewustzijn.
De heilige Naam
Heer Caitanya Mahaprabhu was begonnen om op instructie van Zijn guru, Srila Madhavendra Puri, de Hare Krishna maha-mantra te chanten. Door dit chanten raakte Heer Caitanya in een overweldigende extase van Liefde voor God. Hij moedigde iedereen die Hij op Zijn tochten maar tegenkwam aan om ook de mantra te gaan chanten, zodat ook zij het hoogste geluk zouden vinden. Heer Caitanya was verschenen in dezelfde ononderbroken lijn van geestelijk leraren als waarmee ook Bhaktivedanta Swami verbonden was. Swamiji refereerde vaak aan de nederigheid van Heer Caitanya als voorbeeld voor alle toegewijden van Krishna.
‘Geen plaats voor een brahmacari’
Swamiji stond al aangekondigd op het programma van de ‘Mantra Rock Dance’, maar hij aarzelde of hij zou gaan, omdat sommige leerlingen bezwaren opperden. Hij vond dat het chanten van Hare Krishna absoluut was, en dat iedereen die de namen van Krishna hoorde of chantte, in welke omstandigheden dan ook, ervoor behoed zou worden om in een volgend leven naar lagere levensvormen terug te vallen. De jongeren zochten het echte geestelijke leven, net zoals op de Lower East Side. Bhaktivedanta Swami besloot te gaan.
Al voor het begon was het duidelijk: de ‘Mantra Rock Dance’ was een geweldig succes. Diverse rockbands, waaronder ‘the Grateful Dead’ en Janis Joplin, hadden hun medewerking toegezegd tegen betaling van hun onkosten. Ook Allen Ginsberg was van de partij. De vierduizend kaartjes waren binnen een mum van tijd uitverkocht.
Enkele van Swamiji’s leerlingen waren al begonnen met een kirtan toen hij zelf om tien uur ‘s avonds binnenkwam. Het publiek week uiteen om de weg vrij te maken en de eerbiedwekkende swami door te laten. Nadat Allen op verzoek van Swamiji iets had gezegd over de heilige Naam hervatte Swamiji de kirtan. Na een tijdje stond hij op en begon te dansen. Het veroorzaakte een gemoedstoestand onder de aanwezigen, die zij nooit eerder hadden ervaren. Iedereen was overweldigd door het effect van de mantra en het plotselinge dansen van de swami. Muzikanten van diverse groepen begonnen spontaan mee te spelen in de ongekende kirtan.
Hoewel Swamiji erg blij was met dit succes vond hij het na afloop, ‘geen plaats voor een brahmacari. ’

Oprechtheid telt
In San Francisco waren er twee soorten toegewijden: degenen die de regels en bepalingen strikt navolgden en de nadruk legden op zuiverheid en dan degenen die het niet zo nauw namen, maar het Krishna-bewustzijn zoveel mogelijk wilden verspreiden. Swamiji was zo grootmoedig om beide groepen te omhelzen. Op een dag legde hij in een lezing uit dat, hoewel de reacties op de zonden die een leerling in het verleden had begaan bij de initiatie tenietgedaan werden, de geestelijke leraar verantwoordelijk voor hem bleef totdat de leerling uit de materiële wereld bevrijd was. Of ze in staat zouden zijn om ondanks de altijd aanwezige verleidingen van maya Krishna-bewust te blijven, zou de tijd natuurlijk leren. Sommigen zouden wegvallen — dat was nu eenmaal onvermijdelijk. Maar anderen zouden blijven. Degenen die zijn instructies om Hare Krishna te chanten en zondige activiteiten te vermijden, oprecht zouden volgen, zouden in ieder geval slagen.
Een spiritueel toevluchtsoord
Ook in San Francisco had Swamiji alle tijd voor zijn nieuwe leerlingen en de dagelijkse gasten. De lunch op zich was al een ‘happening’ geworden. Er kwamen soms wel 200 mensen op een dag! Gelukkig waren er vele winkeliers in de buurt die bereid waren om bij te dragen met groenten en andere benodigdheden. Ook werd de tempel een toevluchtsoord voor mensen die een ‘bad trip’ maakten. Politie en maatschappelijk werkers in de buurt waren heel positief over het effect dat Krishna-bewustzijn had op sommige mensen.
Leerzame wandelingen
Op een ochtend ging Swamiji met zijn leerlingen wandelen in het park. Swamiji keek naar alles door de ogen van de geschriften en zijn opmerkingen zaten vol met transcendentale aanwijzingen. Enkele voorbeelden:
“Zij die God willen zien, moeten eerst de kwaliteiten ontwikkelen die nodig zijn om God te kunnen zien; ze moeten gezuiverd worden. Net zoals de wolk die nu de zon bedekt. Mensen zeggen dan: ‘Oh, de zon schijnt niet…’ maar de zon is er wel. Alleen zijn onze ogen bedekt.”
“Het Srimad-Bhagavatam vergelijkt toegewijden met zwanen en literatuur over Sri Krishna met prachtige, heldere meren. De niet-toegewijden zijn net als kraaien, die zich aangetrokken voelen tot het afval van wereldse onderwerpen.”
Toen ze over een grindpad liepen, hield de swami stil en trok de aandacht van zijn discipelen: “Kijk eens naar al die kiezelstenen. Zoveel kiezelstenen als hier liggen, zoveel levende wezens zijn er.”
Toen Swamiji wat oude mannen zag zitten dammen, merkte hij op: “Ze weten niet wat ze met hun tijd moeten doen. Daarom zitten ze net als kinderen te spelen en verspillen ze hun laatste dagen, die eigenlijk bedoeld zijn om hun Krishna-bewustzijn te ontwikkelen. Hun kinderen zijn al volwassen en het huis uit. Dit is daarom een door de natuur gegeven tijd om zich toe te leggen op het geestelijk leven. Maar nee, ze nemen een kat of een hond in huis en in plaats van God te dienen, dienen ze hun hond. Dit is heel droevig. Maar ze willen niet luisteren. Hun weg staat al vast. Daarom spreken we tot de jongeren, die nog op zoek zijn.”

Chanten in parampara
Swamiji ging samen met zijn leerlingen in het park chanten op het grasveld, waar groepen hippies elkaar ontmoetten. Het chanten sloeg aan.
Govinda dasi: “Met Swamiji’s komst was er een meesterschap en een gezag over de kirtan gekomen dat er daarvoor niet was. We waren niet langer een stel jonge mensen uit San Francisco, die Hare Krishna stonden te chanten. Nu hadden we ineens historische diepgang en betekenis. Nu was de kirtan geloofwaardiger geworden. Alleen zijn aanwezigheid al maakte het chanten tot iets ouds en historisch. Als Swamiji kwam, kwam de hele parampara – de lijn van geestelijk leraren – met hem mee.”
Heer Jagannatha arriveert
Op een dag kwam Malati bij de swami met een klein, uit hout gesneden en fel geverfd poppetje, dat ze ergens in een winkel had gevonden. Toen ze hem vroeg of hij wist wat het was, reageerde Swamiji tot ieders verbazing heel verrast en blij. Hij legde hen uit dat dit een van de verschijningsvormen van Krishna was, Heer Jagannatha. Hij vertelde over hoe Heer Jagannatha in India al duizenden jaren werd vereerd. Eens per jaar werd het grote ratha-yatra festival gehouden. Heer Jagannatha verlaat dan samen met Zijn Broer Baladeva en Zuster Subhadra Zijn tempel voor een ritje op een enorme en mooi versierde houten kar. Swamiji vroeg: “Waren er ook nog andere beeldjes?” Malati knikte bevestigend. Toen gaf Swamiji de opdracht om ook de anderen te gaan halen. Deze dienden nu als voorbeeld voor grote murti’s of beeldgedaanten van de Heer, welke door een leerling, Syamasundara, werden gebeeldhouwd uit grote stukken loofhout. Swamiji legde hen het belang uit van de aanwezigheid van beeldgedaanten van de Heer. Zolang zij Krishna nog niet in eigen persoon konden zien, konden ze al hun toegewijde activiteiten opdragen aan de beeldgedaanten welke, na de officiële installatie, niet verschilden van de Oorspronkelijke Godspersoon. Omdat Heer Jagannatha hier aan de toegewijden was verschenen zou de San Francisco tempel voortaan New Jagannatha Puri heten. Swamiji leerde de toegewijden ook een nieuwe mantra, speciaal ter ere van Heer Jagannatha: Jagannathah svami nayanapatha-gami bhavatu me. Dit betekent zoveel als ‘O Heer van het universum, wees zo vriendelijk om aan mij te verschijnen’. Omdat Heer Jagannatha heel mild en genadig was voor de meest gevallenen, kon Hij op een eenvoudige manier vereerd worden, door Hare Krishna te chanten.

Een mijlpaal bereikt
Toen de murti’s voltooid waren, werden ze met een eeuwenoude ceremonie geïnstalleerd. Aan Heer Krishna werd gevraagd om van nu af in de murti’s plaats te nemen om zo de offers van liefde en toewijding te kunnen ontvangen. Na de inwijdingsrituelen begon Swamiji met zijn uitleg:
“Het Bhagavatam heeft ons aanbevolen te luisteren, te chanten, te mediteren en te vereren. Met het ritueel dat we zojuist bij de komst van Jagannatha Swami voltrokken hebben, is dit nu echt een tempel geworden. Daarom wil ik jullie verzoeken om vruchten en bloemen mee te nemen als je naar de tempel komt.”
Hierna leerde hij enkele leerlingen hoe zij de dagelijkse verering moesten uitvoeren. Opnieuw was een mijlpaal bereikt; de eerste geïnstalleerde murti’s in het Westen.
Bron: Het leven en Werk van Srila Prabhupada
Gebaseerd op de Srila Prabhupada-Lilamrita door Satsvarupa dasa Goswami
Selectie en Bewerking door Gokula Vrindavan devi dasi en Rati Manjari devi dasi