Laat er een tempel zijn
Drie nieuwe tempels
Gedurende de eerste jaren van het bestaan van ISKCON had Srila Prabhupada zich vooral gericht op de Westerse wereld. Begonnen in de Verenigde Staten in 1965, was de gemeenschap nu werkelijk internationaal geworden, met steeds meer tempels in steeds meer landen. Srila Prabhupada voelde dat de tijd rijp was om zich vooral te gaan richten op het predikwerk in India. Hij had een plan dat zelfs zijn meest vertrouwde leerlingen versteld deed staan. Hij wilde enorme tempels oprichten in de twee meest heilige plaatsen in India, Vrindavana en Mayapur.
In Vrindavan had Heer Krishna geleefd en gespeeld als een schijnbaar gewoon jongetje, ware het niet dat Hij elke dag een demon versloeg die Hem probeerde te doden. Daar was Hij de lieveling van allen. Dan was er Mayapur, de geboorteplaats van Heer Caitanya. Dit was de plaats waar Heer Krishna zich ruim vijfhonderd jaar daarvoor had gemanifesteerd als een zuivere toegewijde van Krishna.
Sri Caitanya Mahaprabhu leerde de mensen, zonder onderscheid te maken tussen rang, stand of kaste, hoe ze hun weg terug naar God konden hervinden door simpelweg de Hare Krishna maha-mantra te chanten. Prabhupada wilde in Mayapur een tempel bouwen die zijn weerga niet kende, zodat mensen van de hele wereld geattendeerd zouden worden op Sri Caitanya Mahaprabhu’s persoon en boodschap. Tenslotte wilde hij dat er in Bombay een tempel zou komen, omdat Bombay de belangrijkste stad van India was. Voor alle drie de projecten beoogde Srila Prabhupada ook de bouw van luxe accommodatie voor gasten, met name die gasten die gewend waren aan comfort Alles moest ‘eerste klas’ worden! De bouwgeschiedenissen van deze drie tempels overlappen elkaar en vonden plaats in de jaren 1970 tot 1977. Er valt natuurlijk heel veel te vertellen over hoe de bouw van deze prachtige tempels tot stand is gekomen. Om het overzicht niet te verliezen, zijn de verhalen per tempel uiteengerafeld en worden de hoogtepunten van elke constructie chronologisch vermeld.
Prabhupada maakt zich zorgen
Het was op een avond in Calcutta, maart 1971, rond middernacht. Gewoonlijk sliep Srila Prabhupada al op dit tijdstip, om enkele uren later weer op te staan en aan zijn vertalingen te werken. Maar vannacht kon hij de slaap niet vatten. Zes dagen geleden had hij twee van zijn discipelen, Tamal Krishna en Bali Mardan, erop uit gestuurd om het stuk land in Mayapur te bemachtigen, waarop hij de tempel wilde bouwen. Hij had hen op het hart gedrukt om niet terug te komen, voordat hun missie was volbracht. Maar zes dagen was veel te lang. Prabhupada maakte zich zorgen. Hij kende de Indiërs. De jongens hadden veel geld meegenomen. Misschien waren ze wel beroofd, of bedrogen. Plotseling hoorde Prabhupada voetstappen op de veranda voor zijn kamer. Een zacht klopje op zijn deur…
“Ja, wie is daar?” Het was Tamal Krishna, die meteen zijn eerbetuigingen bracht.
“Zo, wat voor nieuws heb je?” vroeg Prabhupada gespannen.
Tamal Krishna keek triomfantelijk op: “Prabhupada, het land is van u!”
Prabhupada leunde met een zucht achterover. “Heel goed”, zei hij tevreden, “ga nu maar rusten.”

Zijn visie voor Mayapur
Toen de toegewijden de plannen voor het Mayapur-project hoorde, leek hun dit het meest ambitieuze ISKCON- project dat er ooit ondernomen was.
Het eerste gebouw, zei Prabhupada, zou een groot gastenverblijf met drie verdiepingen moeten worden. Daarna wilde hij slaapkamers voor 500 toegewijden, een grote prasadam-hal voor een paar duizend mensen, een keuken- complex en een goshala, een onderkomen voor de koeien die in de nabijgelegen velden zouden grazen. Te zijner tijd zou ISKCON aangrenzend land kunnen kopen, waar ze parken met bloementuinen, kokospalmen, bananenbomen, struiken, fonteinen, wandelpaden en prieeltjes konden aanleggen.
Een wereldwonder
Het hoofdgebouw, de kolossale Mayapur-Chandrodaya-Mandir, zou niet minder dan honderd meter hoog worden. De centrale koepel van de tempel zou een driedimensioneel model van het universum bevatten. Het ontwerp zou echter gebaseerd zijn op de Vedische beschrijving van het universum. Het zou niet alleen een voorstelling geven van de materiële wereld, maar ook van de geestelijke. Als je in de grote hal naar boven keek, zou je alle planeten zien: eerst de helse planeten, dan de middenplaneten — waaronder de aarde — daarna de hemelse planeten van de halfgoden, en tenslotte Brahmaloka, de hoogste planeet in de materiële wereld.
Boven Brahmaloka zou men de woonplaats van Heer Shiva zien en daarboven de geestelijke hemel, oftewel de brahmajyoti. Binnen de geestelijke uitstraling van de brahmajyoti zou men de zelfverlichtende Vaikuntha-planeten kunnen bekijken, die door eeuwig bevrijde zielen bewoond worden. En boven alles zou Krishnaloka zich bevinden, de allerhoogste planeet, waar God in Zijn oorspronkelijke eeuwige gedaante met Zijn meest intieme toegewijden van Zijn spel en vermaak geniet In de tempel zou ook een miniatuurpaleis ondergebracht worden, waarin de murti’s van Radha en Krishna zouden verblijven. De Mayapur-Chandrodaya Mandir en de Mayapur-stad zouden het wereldhoofdkwartier van ISKCON worden.

De belangrijkste plek op aarde
En waarom een fantastisch architectonisch wonder als dit in zo’n afgelegen deel van de wereld? Srila Prabhupada legde uit dat het, vanuit een spiritueel perspectief, helemaal niet afgelegen was. Mayapur was de plaats die Sri Caitanya, de avatar voor het hele kali-yuga, verkozen had om te verschijnen. Daarom was het eigenlijk de belangrijkste plek op aarde. Dat dit feit nu bedekt was, deed er niets aan af.
In de ogen van de materialisten leek wat werkelijk belangrijk was, altijd onbeduidend. De ziel en het volgende leven leken ver weg en onbelangrijk, terwijl tijdelijke zaken als het lichaam en directe zinsbevrediging in hun leven centraal stonden. Door in Mayapur de “Temple of Understanding” te bouwen, wilde Srila Prabhupada de aandacht van de materialistische wereld weer richten op hetgeen werkelijk belangrijk is: een wereldcentrum voor onderricht in het geestelijk leven.

Ontberingen
Dit was Srila Prabhupada’s inspirerende toekomstvisie, waar de toegewijden met verbazing naar luisterden. Maar voorlopig was het Mayapur-terrein niet meer dan een kaal veld. De toegewijden leefden in eenvoudige tenten, die omgeven werden door rijstvelden, waardoor de grond vochtig was. De murti’s van Radha-Madhava waren ook in een tent geïnstalleerd. Na zonsondergang wemelde het van de muskieten.
Bhavananda.’ Er waren twee toiletten, één voor de mannen en één voorde vrouwen. Het waren gewoon twee gaten in de grond, ieder met een muur van chatai eromheen. Als de stormen en de regens kwamen, moesten we door de modder waden om bij de toiletten te komen. En het wemelde van de slangen. Het was ruig! Het was een bouwterrein. Niemand woont op een bouwterrein, behalve wij. Srila Prabhupada liet ons daarheen verhuizen. Maar het was goed voor ons.
De omstandigheden waren zonder twijfel primitief. De toegewijden kwamen echter niet naar Mayapur om comfortabel te leven, maar om Prabhupada te dienen. In de toekomst zouden er, als resultaat van hun inspanningen, vele, vele toegewijden op een comfortabele manier in Mayapur kunnen samenkomen in de ruime gebouwen die Prabhupada in gedachten had.
Prabhupada doet mee
Srila Prabhupada zelf verbleef in een eenvoudige hut met een oppervlakte van ongeveer vier vierkante meter. Dit soort hutten, met een aarden vloer en een rieten dak, was typerend voor Bengalen. Toen de toegewijden zich verontschuldigden voor het feit dat ze Prabhupada zo’n nederig onderkomen aanboden, antwoordde hij dat hij van deze natuurlijke eenvoud hield omdat het in de geaardheid goedheid was.
“Zelfs al bouwden jullie het grootste paleis voor me,” zei hij, “dan nog zou ik liever hier wonen.”
Zelfs zonder tempel
In februari 1972 organiseerde Prabhupada voor de toegewijden van over de hele wereld een Gaura-pumima festival in Mayapur-Dhama. Gaura Pumima was de Verschijningsdag van Heer Caitanya Mahaprabhu. Het festival duurde vijf dagen.
Er werd vierentwintig uur per dag kirtan gehouden. Iedere morgen trok een grote menigte toegewijden er al chantend op uit om de heilige plaatsen in Navadvipa te bezoeken. Er kwamen en gingen honderden bezoekers in een gestadige stroom. Zelfs zonder tempel was het predikwerk in Mayapur al een groot succes.
De eerste steen
Op de dag van Gaura-pumima kwamen er tien sannyasi-godbroeders van Srila Prabhupada.
Ze zouden samen met zijn leerlingen en honderden bezoekers deelnemen aan de grondwijdings-ceremonie en het leggen van de eerste steen.
Die dag initieerde Prabhupada een paar toegewijden en kreeg iemand de ,sannyasa-orde. Daarna kwamen zijn godbroeders aan het woord, die stuk voor stuk hun waardering voor zijn werk in het Westen uitspraken. Tenslotte verzamelden ze zich allemaal bij een put van één meter doorsnede en met een diepte van vier en een halve meter. Ze hadden in overeenstemming met de geschriften bepaalde artikelen verzameld die in de put moesten worden gelegd; vijf soorten bloemen, vijf soorten graan, vijf soorten bladeren, vijf soorten metaal, vijf soorten nectar, vijf verschillende kleuren, vijf soorten fruit en vijf soorten edelstenen. Prabhupada’s godbroeder Puri Maharaja daalde via een ladder in de put af en plaatste een pot met kokosnoten en bananenbladeren en wat bloemen op het stenen altaar.
Vervolgens ging Prabhupada de put in, met een doos waarin een gouden, robijnogige murti van Ananta Shesha lag. Eerder die morgen had Prabhupada de murti in alle vertrouwelijkheid aan een paar leerlingen laten zien.
“Dit is Sri Ananta,” had hij gezegd, “de slang waarop Sri Vishnu rust Hij zal de tempel op Zijn hoofd dragen.” Prabhupada plaatste Ananta Shesha op het stenen altaar en klom de ladder weer op. Toen begon iedereen, op uitnodiging van Prabhupada, met veel plezier offers van bloemen en geld in de put te gooien, gevolgd door handenvol aarde.

Prabhupada’s dankbaarheid
In 1973 bezocht Prabhupada het Mayapur-project opnieuw. Hij liep vaak rond over het bouwwerk en gaf aanwijzingen. Prabhupada voelde diepe genegenheid en dankbaarheid ten opzichte van zijn leerlingen, die hun leven aan het Mayapur-project gewijd hadden.
Op een dag stelde hij vragen over de toegewijden; hoe het met hen ging. Plotseling begon Prabhupada te huilen. “Ik weet dat het moeilijk is voor jullie, jongens en meisjes uit het Westen,” zei hij. “Jullie zijn mijn missie zo toegewijd. Ik weet dat jullie niet eens genoeg prasadam kunnen krijgen. Als ik eraan denk dat jullie hier zelfs geen melk kunnen drinken en hoe jullie zonder te klagen jullie weelderige leven hebben opgegeven om hierheen te komen, dan voel ik me enorm aan jullie verplicht”
Een unieke stad
Mayapur was op zichzelf al fantastisch omdat het de bovenzinnelijke geboorteplaats van Sri Krishna Caitanya was. Als ze nu echter westerse talenten konden gebruiken om deze plaats te ontwikkelen, zou het zeker een unieke stad in de wereld worden.
Met de vestiging van de Mayapur-stad, zei Prabhupada, zouden alle verlangens van de vorige acarya’s in vervulling gaan. Er zouden vijftigduizend mensen kunnen wonen en het zou de spirituele hoofdstad van de wereld worden. Met haar gigantische tempel in het centrum en aparte wijken voor brahmana’s, ksatriya’s, vaisya’s en sudra’s, zou deze stad model staan voor alle andere steden in de wereld. Er zou een dag komen dat de mensheid haar toevlucht zou zoeken in steden die naar het voorbeeld van Mayapur gebouwd waren. De ontwikkeling van het Mayapur-project was het begin van een Krishna-bewuste wereld. Op deze manier zou de invloed van Sri Caitanya Mahaprabhu toenemen en Zijn voorspelling zou uitkomen: “In iedere stad en ieder dorp zal Mijn naam gechant worden.”
Eindelijk: naar Vrindavana
Herfst, 1971. Ondanks dat Srila Prabhupada al geruime tijd met zijn ‘dansende witte olifanten’ door India aan het rondreizen was, waren ze nog niet in Vrindavan geweest. Na een bijzonder succesvol pandal-festival in New Delhi, waaraan honderdduizenden mensen hadden deelgenomen, besloot Prabhupada dat de tijd rijp was om met zijn leerlingen naar het nabijgelegen Vrindavan te reizen. Behalve dat hij de toegewijden de heilige plaatsen wilde laten zien, wilde Srila Prabhupada ook kijken naar een geschikte locatie voor zijn tempelproject.
Hij wilde dat zijn leerlingen vertrouwd zouden raken met de Vaishnava-cultuur in de ideale atmosfeer van Vrindavan, zodat ze zich beter konden voorbereiden op het prediken van het Krishna-bewustzijn.
Bron: Het leven en Werk van Srila Prabhupada
Gebaseerd op de Srila Prabhupada-Lilamrita door Satsvarupa dasa Goswami
Selectie en Bewerking door Gokula Vrindavan devi dasi en Rati Manjari devi dasi