Yudhisthira Maharaja zei: “O Allerhoogste Heer, ik heb van U over de betekenis van Amalaki Ekadasi gehoord die tijdens de lichte helft van de maand Phalguna (februari-maart) komt. Nu zou ik graag willen horen over de Ekadasi die tijdens de donkere helft van de maand Caitra (maart-april) komt. Wat is haar naam, O Heer, en welke verdiensten geeft het wanneer men zich er aan houdt?” De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Heer Sri Krishna, zei: “O beste van de koningen, voor het welzijn van iedereen zal Ik jou met plezier over de heerlijkheden van deze Ekadasi vertellen die bekend is als Papamocani. Het verhaal van deze Ekadasi werd eens aan keizer Mandhata verteld door Lomasa rsi.”
Koning Mandhata vroeg aan de rsi: “O grote heilige, vertel mij alstublieft voor het welzijn van alle mensen, de naam van de Ekadasi die tijdens de donkere helft van de maand Caitra komt en vertel alstublieft over de voordelen die men verkrijgt door deze Ekadasi te volgen.” Lomasa rsi zei: “De Ekadasi die tijdens de donkere helft van de maand Caitra komt heet Papamocani Ekadasi. Voor de trouwe toegewijde verwijdert het de invloed van geesten en demonen. O leeuw onder de mensen, deze Ekadasi beloont ook met de 8 perfecties van het leven, vervult allerlei soorten van verlangens, zuivert iemands leven van alle zondige reacties, en maakt een persoon volledig deugdzaam. Luister nu alstublieft naar een historisch verhaal over deze Ekadasi en Citraratha, de hoofd van de Gandharvas (hemelse muzikanten).“
Eens tijdens het lente seizoen kwam Citraratha in het gezelschap van hemelse dansmeisjes, bij een mooie bos, dat vol was met verschillende soorten bloemen. Hij en de meisjes ontmoetten daar andere Gandharvas en veel Kinnaras en zelfs Indra, de koning van de hemel, die daar op bezoek was gekomen. Iedereen voelde dat er geen betere tuin bestond dan dit bos. Er waren ook veel heiligen aanwezig, die hun boetedoeningen deden. De halfgoden vonden het vooral leuk om deze tuin tijdens de maand Caitra en Vaisakha (april-mei) te bezoeken. Een grote heilige genaamd Medhavi verbleef in dat bos en de heel aantrekkelijke dansmeisjes probeerden altijd om hem te verleiden. In het bijzonder een bekend meisje, Manjughosa, bedacht vele listen om de verheven muni te verleiden. Maar uit veel respect voor de heilige en uit angst voor zijn macht, die hij had gekregen door jarenlang boetedoening, kwam zij niet in zijn buurt. Op een plek, 2 mijl van de heilige, zette ze een tent neer en begon heel mooi te zingen en op een tamboura te spelen. Zelfs Cupido raakte opgewonden van haar mooie zang, verschijning en van de geur van haar sandelhoutzalf. Hij herinnerde zich zijn eigen onfortuinlijke ervaring met Heer Siva en besloot om wraak te nemen door Medhavi te verleiden.
Toen Heer Siva zijn dierbare vrouw Sati verloor op de offer-arena van Prajapati Daksa, vernietigde Siva de hele arena. Toen bracht hij zijn schoonvader Daksa weer tot leven door hem het hoofd van een geit te geven en tenslotte ging hij voor 60.000 jaar zitten mediteren. Heer Brahma echter zorgde ervoor dat Kamadeva (Cupido) kwam om Siva’s meditatie te verbreken. Zijn pijlen van geluid, smaak, gevoel, zicht en geur gebruikend, viel Cupido Siva aan, die tenslotte uit zijn meditatie ontwaakte. Hij was zo erg boos dat hij verstoord was, dat hij meteen Cupido in as verbrandde met één blik uit zijn derde oog.
Cupido benaderde Medhavi in de poging om hem er toe te verleiden om zijn meditatie en zijn belofte te verbreken waarbij hij de wenkbrauwen van Manjughosa als een boog gebruikte, haar blik als een boogpees, haar ogen als pijlen en haar borsten als een doel. Met andere woorden, Cupido gebruikte Manjughosa als zijn assistente en toen ze naar de krachtige en aantrekkelijke jonge heilige keek, raakte ze ook opgewonden door lust. Toen Manjughosa zag dat hij heel intelligent en geleerd was, een schone witte brahmana’s draad over zijn schouders droeg, een sannyasi’s staaf droeg en heel mooi in de asrama van Cyavana rsi zat, kwam ze in zijn bijzijn. Ze begon heel aantrekkelijk te zingen en de kleine belletjes op haar riem en rond haar enkels, samen met de armbanden op haar polsen, maakten een plezierig muzikale geluid. De heilige Medhavi raakte betoverd. Hij begreep dat deze mooie jonge vrouw gemeenschap met hem wilde en op dat moment verhoogde Cupido zijn aantrekkingskracht voor Manjughosa door zijn krachtige wapens van smaak, gevoel, zicht, geur en geluid los te laten. Langzamerhand bereikte Manjughosa Medhavi en raakte hij aangetrokken door haar lichaamsbewegingen en mooie blikken. Ze legde heel beleefd haar tamboura neer en omarmde de heilige met haar twee armen, net zoals een klimplant zichzelf om een sterke boom wikkelt. Bevangen door dit gaf Medhavi zijn meditatie op en besloot om te genieten met haar, en onmiddellijk verliet de zuiverheid van zijn hart en verstand hem. Hij ging met haar weg om te genieten voor een heel lange periode en vergat zelfs het verschil tussen dag en nacht.
Omgang met vrouwen is zo krachtig dat een man zijn tijd, energie, bezittingen en zelfs zijn eigen identiteit vergeet: Zoals in de Niti-sastra wordt gezegd: striya caritram purusasya bhabyam daivo vijanati kuto manusyah = zelfs de halfgoden kunnen het gedrag van een vrouw niet voorspellen. Noch kunnen zij het geluk van de man begrijpen hoe het over zijn lot kan beslissen. Volgens Yajnavalkya Muni dient een celibataire persoon die naar een spiritueel leven verlangt, al zijn associatie met vrouwen op te geven, inclusief denken aan hun, hun zien, met hun praten op een afgezonderde plaats, diensten van hun aan te nemen of sexuele omgang met hun te hebben.
Toen ze zag dat de heiligheid van de jonge yogi helemaal uitgehold was, besloot Manjughosa hem te verlaten en naar huis terug te keren. Ze zei: “O grote ziel, sta mij alstublieft toe om naar huis terug te keren.” Medhavi zei: “Maar je bent net gekomen, O schone. Blijf bij mij tenminste tot morgen.” Bang voor de yoga-kracht van de heilige, verbleef Manjughosa met Medhavi exact 75 jaar, negen maanden, en drie dagen, maar voor Medhavi leek het alsof al deze tijd maar een momentje was. Ze vroeg nog een keer aan hem: “Sta me alstublieft toe om te gaan.” Medhavi zei: “O dierbare, luister naar mij. Blijf bij mij nog maar één nacht en dan mag je morgenochtend weer weggaan. Blijf alleen met mij totdat ik mijn ochtendplichten heb gedaan en de heilige Gayatri mantra heb gechant. Wacht alstublieft tot dan.”
Manjughosa was nog steeds bang voor de grote yoga kracht van de heilige, maar ze glimlachte en zei: “Hoe lang zal het duren om jouw ochtendgebeden en rituelen uit te voeren. Wees alstublieft genadig en denk aan al de tijd dat je reeds met mij hebt doorgebracht.” De heilige keek terug naar al de jaren dat hij had doorgebracht met Manjughosa en zei toen met grote verbazing: “Waarom heb ik meer dan 75 jaar met jou doorgebracht?” Zijn ogen werden rood en begonnen vuur te spugen. Hij beschouwde Manjughosa als de persoonlijkheid doods en de vernietiger van zijn spiritueel leven. “Jij lage vrouw, jij hebt al mijn hard-verdiende resultaten van mijn boetedoeningen tot as verbrand.” Trillend van woede vervloekte hij Manjughosa: “O zondige, O harteloze, gevallene, jij begaat alleen maar zonde. Moge alle tegenspoed jou deel worden. O slechte vrouw, ik vervloek jou dat je een kwade spook (pisaca) wordt.”
Door de heilige Medhavi vervloekt, smeekte de mooie Manjughosa hem nederig: “O beste van de brahmana’s, wees me alstublieft genadig en neem uw vloek terug. O grote heilige, er wordt gezegd dat omgang met zuivere toegewijden terstond resultaten geeft, maar dat hun vervloeking pas na 7 dagen tot werking komen. Ik heb 75 jaar met jou samengewoond, O meester, wees me daarom alstublieft genadig. Medhavi Muni zei: “O edele vrouw, wat kan ik mogelijkerwijs nog doen. Je hebt al mijn boetedoeningen vernietigd. Maar alhoewel je deze zondige daad hebt begaan, zal ik jou een uitweg vertellen waardoor je bevrijd kan raken van mijn vloek. In de donkere helft van de maand Caitra is een al-gunstige Ekadasi die alle zonden verwijdert. Haar naam is Papamocani. O beeldschone, een ieder die op deze heilige dag vast, raakt volkomen bevrijd van het nemen van geboorte in wat voor soort duivelse gedaante dan ook.” Met deze woorden verliet de heilige haar en ging naar de asrama van zijn vader. Toen hij hem het kluizenaarshutje zag betreden, zei Cyavana Muni: “O zoon, door jezelf niet aan de regels te houden heb je de rijkdom van je strenge boetedoeningen verspild.” Medhavi zei: “O vader, vertel mij alstublieft welke boetedoening ik moet doen om deze afschuwelijke zonde te verwijderen, die ik heb opgelopen door persoonlijke omgang met het dansmeisje Manjughosa te hebben.” Cyavana Muni zei: “Dierbare zoon, je moet op Papamocani Ekadasi vasten, die tijdens de donkere helft van de maand Caitra komt. Het vernietigt alle zonden, ongeacht hoe ernstig ze zijn.” Medhavi volgde de advies van zijn vader en vastte op Papamocani Ekadasi. Al zijn zonden werden daardoor vernietigd en hij raakte opnieuw gevuld met grote verdiensten. Net zo vastte ook Manjughosa en raakte bevrijd van de spoken vloek. Ze steeg weer op naar de hemelse regionen en keerde terug naar haar vroegere positie. Lomasa rsi vervolgde: “O koning, het grote voordeel van vasten op Papamocani Ekadasi is dat de zonden van een ieder die dit met vast geloof en toewijding doet, volledig vernietigd zullen worden. Sri Krishna concludeerde: “O koning Yudhisthira, een ieder die leest of hoort over Papamocani Ekadasi, verkrijgt dezelfde verdienste als het doneren van 1.000 koeien en hij raakt verlost van de zondige reacties die hij heeft opgelopen door een brahmana te doden, een embryo te doden door abortus te plegen, alcoholische dranken te nuttigen of seks met de vrouw van zijn geestelijk leraar te hebben. Zo is het onschatbare voordeel van het op de juiste wijze volgen van deze heilige dag van Papamocani Ekadasi, die Mij zo dierbaar is en zo gunstig is. Zo eindigt het verhaal van de heerlijkheden van Caitra-krsna Ekadasi, of Papamocani Ekadasi uit de Bhavisya-uttara Purana