Yudhisthira Maharaja vroeg: O Madhusudana, wat is de naam van de Ekadasi die tijdens de lichte helft van de maand Ashvina (september-oktober) komt. Wees alstublieft genadig en vertel het aan mij.
De. Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Shri Krishna, zei: O koning,. luister naar de heerlijkheden van deze Papankusha Ekadasi, die alle zonden verwijdert. Op deze dag dient men Padmanabha, de Heer van de Lotus-navel, te aanbidden volgens de regels en voorschriften. Door zo te doen verkrijgt iemand alle soorten hemels plezier dat hij wilt in deze wereld en uiteindelijk verkrijgt hij verlossing.
Alleen door zijn nederige eerbetuigingen te brengen aan Heer Vishnu, de rijder van Garuda, kan men dezelfde gunst verkrijgen als door het houden van grote boetedoeningen voor een lange periode, met volledig in bedwang gehouden zintuigen. Hoewel iemand misschien oneindig veel zonden heeft begaan, kan hij toch nog de hel vermijden, alleen door zijn eerbetuigingen te brengen aan Heer Hari, die alle zonden verwijdert.
De gunst die men verkrijgt door op pelgrimstochten te gaan naar tirtha’s van dit aardse planeet, kan ook verkregen worden door alleen de heilige namen van Heer Vishnu te chanten (volgens het Srimad Bhagavatam is Vishnu een purusha incarnatie van Heer Shri Krishna). Een ieder die deze heilige namen chant, zoals Rama, Vishnu, Janardana of Krishna, vooral op Ekadasi, zal nooit Yamaraja’s woning zien. Ook zal niemand die vast op Papankusa Ekadasi, die Mij dierbaar is, Yamaraja’s woning zien.
Zowel de Vaisnava die Heer Shiva bekritiseert als de Shaivite die Mij bekritiseert zullen naar de hel gaan. De gunst die men verkrijgt door 1.000 paardenoffers en 100 Rajasuya offers te doen is niet eens gelijk aan een zestiende deel van de gunst die men verkrijgt door te vasten op Ekadasi. Er is geen betere gunst te verkrijgen dan die welke men verkrijgt door te vasten op Ekadasi. In deze 3 werelden is er niets dat zo aangenaam is of niets dat iemand zo van zonde kan zuiveren dan Ekadasi, de. dag van de lotus-navelige Heer, Padmanabha.
O koning, zolang iemand niet vast op de dag van Heer Padmanabha genaamd Papankusha Ekadasi, blijft hij zondig en de reacties van zijn zondige daden in het verleden zullen hem nooit loslaten. Er is geen enkele andere gunst in al de drie werelden dat gelijk is aan de gunst die men verkrijgt door zich aan deze Ekadasi te houden. Een ieder die zich met vast geloof houdt aan deze Ekadasi, zal de persoonlijkheid doods, Yamaraja, nooit te zien krijgen. Iemand die naar bevrijding verlangt, hemels rijk, goede gezondheid, mooie vrouwen, rijkdom en graanprodukten, dient gewoon te vasten op deze Ekadasi.
O koning, zelfs de Ganges, Gaya, Kashi, Pushkara en zelfs de heilige plaats Kurukshetra kunnen niet zo veel gunsten verlenen als Papankusha Ekadasi. O Yudhisthira, bewaker van de-aarde, na overdag Ekadasi te hebben gehouden, dient de toegewijde de hele nacht wakker te blijven. Door zo te doen zal hij gemakkelijk de woonplaats van de Allerhoogste Heer, Sri Vishnu, bereiken.
Tien generaties van voorouders van moederskant, tien generaties van vaderskant en tien generaties van zijn vrouw’s kant zullen worden verlost, enkel door te vasten op deze Ekadasi. Al deze voorouders zullen hun oorspronkelijke, 4-armige, transcendentale gedaante weer verkrijgen. Getooid met gele gewaden en mooie uitrusting, zullen ze op de rug van Garuda, de vijand van de slangen, naar de spirituele wereld rijden. Dat is de zegen die Mijn toegewijde verkrijgt, alleen door zich strikt te houden aan één Papankusha Ekadasi.
O beste van alle koningen, zelfs een kind, een jongen of een oud persoon die op Papankusha Ekadasi vast, raakt bevrijd van zonden en zal er voor behoed worden dat hij wordt wedergeboren in de hel om te lijden. Een ieder die vast op deze Ekadasi zal bevrijd worden van al zijn zonden en teruggaan naar de woonplaats van Heer Hari. Een ieder die goud, sesamzaadjes, vruchtbare grond, koeien, graan, drinkwater, één paraplu of één paar schoenen op deze zeer heilige dag doneert, zal nooit de woonplaats van Yamaraja te zien krijgen, die altijd de zondaars straft.
Maar wanneer iemand van de aarde geen spirituele daden verricht, vooral niet vast op heilige dagen, zoals Ekadasi, dan is zijn ademhaling niet beter dan die van het blazen van de blaasbalg van een hoefsmid.
O beste van koningen, vooral op Papankusha Ekadasi dient zelfs iemand die arm is, eerst een bad te nemen en dan wat giften te geven en andere gunstige daden te verrichten naar gelang zijn mogelijkheden. Een ieder die vuurofferingen doet of voor de mensen waterputten, rustplaatsen, tuinen of huizen maakt, zal niet lijden van de bestraffingen van Yamaraja. Men dient te weten dat een persoon die lang heeft geleefd, rijk is, van voorname afkomst is of vrij is van alle ziekten, deze vrome daden moet hebben verricht in zijn leven.
Maar iemand die zich aan Papankusha Ekadasi houdt, gaat naar de woonplaats van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Heer Krishna zei: aldus, O heilige Yudhisthira, heb Ik jou de heerlijkheden van Papankusha Ekadasi verteld. Vraag Mij alstublieft verder wanneer je meer wilt weten over Ekadasi. Zo eindigt het verhaal van de heerlijkheden van Papankusha Ekadasi of Ashvina-shukla Ekadasi uit de Brahma Vaivarta Purana.