Suta Gosvami zei: O geleerde brahmanas, lang geleden legde Heer Krishna, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, uit over de gunstige heerlijkheden van Sri Ekadasi en de regels en bepalingen inzake het vasten op die heilige dag. O beste van de brahmanas, een ieder die hoort over de oorsprong en heerlijkheden van dit heilige vasten op de Ekadasi dagen, gaat direct naar de woonplaats van Heer Visnu, na eerst heel veel verschillende soorten van geluk te hebben ervaren in deze materiële wereid.
Arjuna, de zoon van Prtha, vroeg aan de Heer: O Janardana, wat zijn de vrome voordelen van het geheel vasten, alleen avondmaal nemen of alleen ‘s middags éénmaal eten op Ekadasi, en wat zijn de regels om zich te houden aan de verschillende Ekadasi dagen? Vertel mij alstublieft hierover. De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Heer Krishna, zei: O Arjuna, bij het begin van de winter, op de Ekadasi die komt tijdens de donkere helft van de maand Margasirsa (november-december), dient een nieuweling te beginnen met het vasten op Ekadasi. Op Dasami, de dag voor Ekadasi, dient hij zijn tanden goed te poetsen. Tijdens het 8e dagdeel van Dasami, vlak voor zonsondergang, dient hij zijn avondmaal te nuttigen.
De volgende dag dient de toegewijde een belofte af te leggen, volgens de regels en bepalingen, om te vasten, ‘s Middags dient hij goed te baden in een rivier, meer of kleine vijver. Een bad in een rivier is het meest zuiverend, in een meer is het minder zuiverend en een bad in een kleine vijver is het minst zuiverend. Wanneer geen rivier, meer of vijver aanwezig is, kan hij met bronwater baden. De toegewijde dient het volgende gebed, inhoudende de namen van Moeder Aarde, op te zeggen: O Asvakrante, O Rathakrante, O Visnukrante, O Vasundhare, O Mrttike, O Moeder Aarde, verwijder alstublieft alle zonden die ik heb opgedaan gedurende mijn vele vorige levens, waardoor ik de heilige woonplaats van de Allerhoogste Heer mag binnengaan. Wanneer de toegewijde dit zegt, dient hij modder over zijn lichaam te smeren.
Tijdens de dag van het vasten dient de toegewijde niet te spreken met mensen die hun religieuze plichten niet naleven, met hondevlees-eters, dieven, huichelaars, lasteraars; degenen die de halfgoden, vedische literatuur of brahmanas beledigen; of andere zondige personen, zoals degenen die sex hebben met verboden vrouwen (in de Vedische beschaving is het verboden om sex te hebben met je dochter, moeder, zuster, schoonzuster of andere vrouwelijke familieleden), plunderaars of degenen die tempels overvallen. Wanneer men op Ekadasi met zo’n persoon heeft gesproken of zelfs heeft gezien, dient men zich te zuiveren door direct naar de zon te kijken.
Daarna dient de toegewijde met respect Heer Govinda te aanbidden met eerste-klas eten, bloemen, enz. Thuis dient hij arti te doen in zuivere toegewijde bewustzijn. Hij dient overdag niet te slapen en dient zich helemaal te onthouden van seks. Hij dient te vasten van alle eten en water, met plezier de heerlijkheden van de Heer te bezingen en gedurende de nacht muzikale instrumenten te bespelen voor Zijn plezier. Na de hele nacht in zuivere bewustzijn wakker te zijn gebleven, dient de aanbidder giften te geven aan gekwalificeerde brahmanas, aan hen zijn nederige eerbetuigingen te brengen en vergiffenis te vragen voor zijn overtredingen.
Degenen die serieus zijn met betrekking tot toegewijde dienst dienen de Ekadasi’s die tijdens de donkere helft komen net zo goed te beschouwen als die welke tijdens de lichte helft verschijnen. O koning, men dient nooit onderscheid te maken tussen deze 2 soorten Ekadasi’s. Luister alstublieft aangezien ik nu de resultaten beschrijf die iemand verkrijgt door op deze manier Ekadasi te volgen. Noch de gunst die men verkrijgt door een bad te nemen in de heilige pelgrimsoord bekend als Sankhoddhara, waar de Heer de demon Sankhasura doodde, noch de gunst die men verkrijgt door Heer Gadadhara rechtstreeks te zien, is gelijk aan 1/16 deel van de gunst die men verkrijgt door op Ekadasi te vasten.
Er wordt gezegd dat door giften te geven op een maandag bij volle maan, men 100.000 maal het resultaat verkrijgt van een gewone gift. O winnaar van rijkdom, iemand die giften geeft op de dag van sankranti (bepaalde overgangsperiode) verkrijgt 400.000 maal het resultaat van een gewone gift.
Door alleen op Ekadasi te vasten, verkrijgt men al deze vrome resultaten, alsmede alle vrome resultaten die men verkrijgt in Kuruksetra tijdens een zons-of maansverduistering. De gelovige ziel die volledig vast op Ekadasi, verkrijgt 100 maal meer verdiensten dan iemand die een Asvamedha-yajna (paardenoffer) verricht.
Iemand die alleen maar één Ekadasi-vasten perfect houdt, verkrijgt hetzelfde resultaat als iemand die 60.000 jaar elke dag 100.000 bedelaars voedt. Iemand die op de juiste wijze één keer Ekadasi houdt, verkrijgt 10 maal meer verdiensten dan iemand die 1.000 koeien schenkt aan een brahmana die de Vedas kent. Iemand die alleen maar één brahmacari voedt, verkrijgt 10 maal meer verdiensten, dan iemand die 10 goede brahmanas in zijn eigen huis voedt.
Echter 1000 maal meer verdiensten dan het voeden van één brahmacari wordt verkregen door land te doneren aan een behoeftige en respectabele brahmana en 1.000 maal meer dan dat wordt verkregen door een kuis meisje aan een jonge, geleerde en verantwoordelijke man uit te huwelijken. Tien keer gunstiger dan dat is het goed opvoeden van kinderen op het spirituele pad, zonder er maar iets voor terug te verwachten. Tien keer beter dan dat is het geven van graanprodukten aan een hongerige. Het geven van giften aan behoeftigen is het beste van allen, en er is nooit eerder een betere gift geweest of zal er ooit een betere zijn.
– In de Mahabharata staat:
annadau jaladas caiva aturas ca cikitsakah
trividham svargam ayati vina yajnena bharatah
O Bharata, iemand die graanprodukten, drinkwater, medicijnen, of medische hulp geeft aan de behoeftige, gaat naar de hemel zonder enige vorm van offeringen te doen. –
O zoon van Kunti, alle voorvaders en halfgoden in de hemel raken tevreden wanneer iemand graanprodukten schenkt. Maar de gunst die men verkrijgt door volledig te vasten op Ekadasi, kan niet worden geëvenaard. O Arjuna, beste van alle Kurus, het krachtige effect van deze verdienste is onvatbaar zelfs voor de halfgoden.
De helft van deze verdienste wordt verkregen door iemand die alleen het avondmaal neemt op Ekadasi. Men dient op de dag van Heer Hari te vasten door of alleen ‘s middags éénmaal te eten, of alleen ‘s avonds éénmaal te eten, beide zonder graanprodukten of peulvruchten, of door geheel te vasten.
De processen van het verblijven op pelgrimsoorden, giften te geven en vuurofferingen te doen zijn alleen groots, zolang Ekadasi nog niet gekomen is. Daarom dient iedereen die bang is voor de ellenden van het materiële bestaan, Ekadasi te volgen. Op Ekadasi dient men geen water te drinken uit een schelphoorn, levende wezens te doden, zoals vissen of varkens danwel graanprodukten of peulvruchten te eten. O Arjuna, zo heb ik jou het beste van alle methoden van vasten beschreven, zoals je dat aan mij vroeg.
Arjuna vroeg toen: O Heer, volgens U zijn zelfs 1.000 Vedische vuuroffers niet gelijk aan één Ekadasi-vasten. Hoe kan dat? Hoe is het gekomen dat Ekadasi de gunstigste van alle dagen is geworden? Heer Sri Krishna zei: Ik zal jou vertellen waarom Ekadasi het meest zuiverend is van alle dagen. In de Satya-yuga leefde eens een verbazingwekkende vreselijke demon genaamd Mura. Omdat hij altijd erg boos was, terroriseerde hij alle halfgoden. Hij versloeg zelfs Indra (de koning van de hemel), Vivasvan (de zonnegod), de 8 Vasus (in de Amara-kosa staan de volgende 8 Vasus genoemd: Dhara, Dhruva, Soma, Aha, Anila, Anala, Pratyusa en Prabhava), Heer Brahma, Vayu (de windgod) en Agni (de vuurgod). Door zijn verschrikkelijke kracht bracht hij hun allemaal onder zijn controle.
Heer Indra benaderde toen Heer Siva en zei: wij zijn allemaal gevallen van onze planeten en zijn nu hulpeloos aan het zwerven op de aarde. O Heer, hoe kunnen wij bevrijd raken van deze ramp. Wat zal het lot zijn van ons halfgoden. Heer Siva zei: O beste van de halfgoden, ga naar de plaats waar Heer Visnu, de rijder van Garuda, verblijft. Hij is Jagannatha, de meester van alle universa en tevens hun beschermer. Hij is toegewijd om alle zielen te beschermen die zich aan Hem hebben overgegeven.
Heer Krishna vervolgde: O Arjuna, winnaar van rijkdom, na deze woorden van Heer Siva te hebben gehoord, ging hij met al de halfgoden naar de plaats waar Heer Jagannatha, de Heer van het Universum, de beschermer van alle zielen, aan het rusten was. Toen ze de Heer op het water zagen slapen, vouwden de halfgoden hun handen en geleid door Indra zeiden ze de volgende gebeden op. O Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, alle eerbetuigingen aan U. O Heer van alle heren, O U die geprezen wordt door de vooraanstaande halfgoden, O vijand van alle demonen, O lotus-ogige Heer, O Madhusudana (doder van de demon Madhu), bescherm ons alstublieft. Bang voor de demon Mura, zijn wij halfgoden gekomen om uw bescherming te krijgen. O Jagannatha, U bent de verrichter van alles en de schepper van alles. U bent de moeder en de vader van alle universa. U bent de schepper, de instandhouder en de vernietiger van alles. U bent de allerhoogste helper van alle halfgoden en alleen U kunt hun allen vrede brengen. U alleen bent de aarde, de hemel, en de universele weldoener. U bent Siva, Brahma en ook Visnu, de onderhouder van de 3 werelden. U bent God van de zon, de maan en het vuur. U bent de geklaarde boter, de offerande, het heilige vuur, de mantras, de rituelen, de priesters en het stille chanten van japa. U bent het offer zelf, de gever van het offer en de genieter van de resultaten van het offer, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Niets in deze 3 werelden, of het nou beweeglijk of onbeweeglijk is, kan onafhankelijk van u bestaan. O Allerhoogste Heer, Heer van alle heren, U bent de beschermer van degenen die zich aan u overgeven. O Allerhoogste Yogi, O beschutting van de angstige, red en bescherm ons alstublieft. Wij halfgoden zijn verslagen door de demonen en zijn daardoor gevallen van het hemels koninkrijk. Beroofd van onze posities, O Heer van het universum, zwerven wij nu over dit aardse planeet.
Heer Krishna vervolgde: na deze woorden van Indra en de andere halfgoden te hebben gehoord, zei Sri Visnu, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods: Welke demon bezit zo’n grote waanzinnige kracht, dat hij alle halfgoden heeft kunnen verslaan? Wat is zijn naam, en waar woont hij? Hoe komt hij aan zijn kracht en bescherming? Vertel me alles, O Indra en wees niet bang.
Heer Indra zei: O Allerhoogste Heer, O Heer van alle heren, O U die de angst in het hart van uw zuivere toegewijde verslaat, O U die zo goed bent aan Uw trouwe dienaren, er was eens een machtige demon van de Brahman dynastie wiens naam Nadijangha was. Hij was buitengewoon vreesachtig en er helemaal op ingesteld om de halfgoden te vernietigen. Hij verwekte een eerloze zoon genaamd Mura. Mura’s grote hoofdstad is Candravati. Vanuit die basis heeft de verschrikkelijk slechte en machtige demon Mura de hele wereld veroverd. Hij bracht alle halfgoden onder zijn controle en joeg ze weg van hun hemels koninkrijk. Hij heeft de posities van Indra, Agni, Yama (de heer van de dood), Vayu, Isa (Heer Siva), Soma (de maangod), Nairrti (de heer van de richtingen) en Pasi (Varuna, de watergod) overgenomen. Hij is begonnen met het uitstralen van licht in de positie van de zonnegod en heeft zich ook omgezet in wolken. Het is voor de halfgoden onmogelijk om hem te verslaan. O Heer Visnu, dood alstublieft deze demon en maak de halfgoden onoverwinnelijk.
Na deze woorden van Indra te hebben gehoord, werd Heer Janardana heel erg kwaad en zei: O machtige halfgoden, jullie dienen nu meteen allemaal tegelijk op te rukken naar Mura’s hoofdstad Candravati. Hierdoor aangemoedigd, gingen de bijeengekomen halfgoden naar Candravati met Heer Hari voorop. Toen Mura de halfgoden zag, begon hij heel hard te brullen in het gezelschap van vele duizenden andere demonen, die allemaal schitterend schijnende wapens vasthielden. De machtig gearmde demonen versloegen de halfgoden, die het slagveld begonnen te verlaten en in de 10 richtingen vluchtten.
Toen ze zagen dat de Allerhoogste Heer, Hrsikesa, de meester van de zinnen, aanwezig was op het slagveld, renden de woedende demonen naar Hem toe met verschillende wapens in hun handen. Toen ze de Heer aanvielen, die een zwaard, werpschijf en knots vasthoudt, doorboorde de Heer al hun ledematen met Zijn scherpe, giftige pijlen. Zo werden vele honderden demonen gedood door de handen van de Heer.
Tenslotte begon de hoofddemon Mura te vechten met de Heer. Mura gebruikte zijn mystieke kracht om alle wapens die de Heer afschoot nutteloos te maken. Bij de demon voelden de wapens aan als bloemen die tegen hem aansloegen. Toen de Heer de demon niet kon verslaan, zelfs met verschillende soorten wapens, of het nou werd geworpen of vastgehouden, begon Hij te vechten met Zijn blote handen, die net zo sterk waren als met ijzer bedekte knuppels.
De Heer worstelde met Mura 1.000 hemelse jaren lang en vertrok toen, schijnbaar vermoeid, naar Badarikasrama. Heer Yogesvara, de grootste van alle yogis, de Heer van het universum, ging daar een heel mooie grot genaamd Himavati binnen om uit te rusten. O Dhananjaya, winnaar van rijkdom, dat grot had een diameter van 69 mijl (110 km) en had maar één ingang. Ik ging daar uit vrees en ook om te slapen. (Natuurlijk is er bij de Allerhoogste Heer geen sprake van angst of moeheid. Hij deed dit als onderdeel van zijn spel en vermaak waarbij Ekadasi-devi verscheen).
Dit lijdt geen twijfel, O zoon van Pandu, aangezien het grote gevecht Mij erg moe maakte. De demon achtervolgde Mij in het grot en toen hij Me zag slapen, begon hij te denken: vandaag zal ik deze moordenaar van alle demonen, Hari, doden.
Terwijl de zondig gezinde Mura zo zijn plannen aan het maken was, manifesteerde uit Mijn lichaam een jong meisje dat een stralend gelaatskleur had.
O zoon van Pandu, Mura zag dat zij was uitgerust met verschillende schitterende wapens en klaar stond om te vechten. Door die vrouw uitgedaagd om te vechten, maakte Mura zich klaar en vocht met haar, maar hij verbaasde zich er over toen hij zag dat zij met hem vocht zonder op te houden. De koning van de demonen zei toen: wie heeft deze kwade, vreselijke meisje geschapen, die zo krachtig tegen mij aan het vechten is, net alsof een bliksemschicht op mij valt? Na dit gezegd te hebben vocht de demon verder met het meisje. Op een gegeven moment vernietigde die stralende godin alle wapens van Mura en beroofde hem van zijn strijdwagen. Hij rende naar haar toe om haar met zijn blote handen aan te vallen, maar toen zij hem zag aankomen, hakte zij in woede zijn hoofd af. Zo viel de demon terstond op de grond neer en ging naar de woonplaats van Yamaraja. De overige vijanden van de Heer, die in angst verkeerden en hulpeloos waren, gingen naar de onderwereld, Patala genaamd.
Toen werd de Allerhoogste Heer wakker en zag de dode demon voor Zich en eveneens het meisje dat met gevouwen handen voor Hem neerboog. De Heer van het universum, Wiens gezicht Zijn verbazing uitdrukte, zei: Wie heeft deze slechte demon gedood? Hij heeft gemakkelijk alle halfgoden, Gandharvas, en zelfs Indra verslagen, alsmede Indra’s metgezellen, de Maruts, en hij heeft ook de Nagas (slangen), de regeerders van de lagere planeten, verslagen. Hij heeft zelfs Mij verslagen, waardoor Ik Mij uit angst in deze grot moest verschuilen. Wie is het die Mij zo genadig heeft beschermd, nadat Ik was weggevlucht van het slagveld en in deze grot ging slapen?
Het meisje zei: Ik ben het die deze demon heeft gedood, nadat ik uit Uw transcendentale lichaam ben verschenen. O Heer Hari, toen hij U zag slapen, wilde hij U inderdaad doden. Ik begreep de intentie van deze doorn in de zijde van de 3 werelden, daarom heb ik de kwade schurk gedood en daardoor alle halfgoden bevrijd van angst. Ik ben Uw grote maha-sakti, Uw innerlijke kracht, die angst aanjaagt in het hart van al Uw vijanden. Ik heb deze allerwegen terroriserende demon gedood om de 3 werelden te beschermen. O Heer, vertel mij alstublieft waarom U verbaasd bent om te zien dat deze demon is gedood.
De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: O zondeloze, Ik ben erg blij om te zien dat jij het bent die deze koning van de demonen hebt gedood. Op deze wijze heb je de halfgoden blij, welvarend en gelukkig gemaakt. Omdat jij aan alle halfgoden in de 3 werelden plezier hebt gebracht, ben Ik erg tevreden met jou. Vraag wat voor zegen je maar wilt, O gezegende. Ik zal het jou geven zonder enige aarzeling, hoe zeldzaam het ook zal zijn onder de halfgoden.
Het meisje zei: O Heer, wanneer U tevreden bent met mij en mij een zegen wilt geven, geef mij dan de kracht om de personen die op deze dag geheel vasten, van de grootste zonden te bevrijden. Ik wens dat degene die op deze dag alleen het avondmaal gebruikt, de helft van de vrome verdiensten zal verkrijgen en degene die alleen ‘s middags eet, één kwart van de verdiensten zal verkrijgen van iemand die geheel vast (zonder graanprodukten en peulvruchten). En dat degene die strikt volgens de regels en met beheerste zintuigen geheel op mijn verschijningsdag vast, voor 1 biljoen jaar naar de woonplaats van Heer Visnu gaat, nadat hij eerst allerlei soorten van plezier heeft beleefd in deze wereld.
– Eén kalpa, die 12 uur van Brahma is, duurt 4.320.000.000 jaren. Aangezien Heer Krishna in de B.G., vers 8.21, zegt: yam prapya na nivartante, tad dhama paramam mama , dat wie naar Mijn allerhoogste woning komt, nooit meer terugkeert naar deze materiële wereld, dient men te begrijpen dat gedurende de 1 biljoen kalpas die de toegewijde zal verblijven op de woonplaats van Heer Visnu, hij toegewijde dienst zal kunnen doen en zich daardoor kan kwalificeren om daar eeuwig te verblijven. –
O Heer, dit is de zegen die ik wens te verkrijgen door Uw genade. O Heer Janardana, of iemand geheel vast, alleen ‘s avonds eet, of alleen ‘s middags eet, schenk hem alstublieft een religieuze denkwijze, rijkdom en tenslotte verlossing. De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: O meest gezegende vrouw, wat je hebt gewenst wordt jou geschonken. Al Mijn toegewijden in deze wereld zullen zeker vasten op jou dag. Daardoor zullen ze beroemd worden in al de 3 werelden en tenslotte naar Mij komen en op Mijn woonplaats verblijven. Omdat jij, Mijn transcendentale energie, bent verschenen op de elfde dag van de afnemende maan, zal jou naam Ekadasi zijn. Wanneer iemand vast op Ekadasi zal Ik al zijn zonden verbranden en hem Mijn transcendentale woonplaats ter beschikking stellen. Deze zijn de dagen van de toenemende en afnemende maan die Mij zeer dierbaar zijn: Trtiya (3e dag), Astami (8e dag), Navami (9e dag), Caturdasi (14e dag) en vooral Ekadasi (11e dag).
– Sommige van de vele vastendagen in de Vedische kalender zijn als volgt.
1. Trtiya: er is 1 Trtiya waarop men dient te vasten. De dag komt tijdens de lichte helft van de maand Vaisakha (april-mei). Op deze dag dient men de Allerhoogste Brahman te aanbidden en in de oceaan te baden.
2. Astami: in deze vastendagen zijn inbegrepen Krishna-Janmastami, Radhastami en Gopastami, waarop men dient te vasten tot respectievelijk middernacht, ‘s middags en zonsondergang.
3. Navami: hierin zijn inbegrepen Rama Navami en Aksaya Navami.
4. Caturdasi: in deze vastendagen zijn inbegrepen Nrsimha Caturdasi, Ananta Caturdasi en Siva Caturdasi.
5. Ekadasi: van al deze vastendagen is Ekadasi het meest geliefd bjj Heer Krishna. Vanaspatinama tulasi, masanama Kartika priya, Ekadasi tithinama ca, ksetranama Dvaraka mama = van alle planten is de heilige Tulasi, van alle maanden Kartika, van alle pelgrimsoorden Dvaraka en van alle dagen Ekadasi mij het meest dierbaar-Padma Purana, Uttara Khanda 112.3-.
Iemand die zich niet kan houden aan al die vastendagen, kan toch nog de verdiensten van al die dagen verkrijgen, alleen maar door één keer Ekadasi te houden. –
De verdiensten die men verkrijgt door te vasten op Ekadasi is groter dan welke andere vastendag dan ook te volgen, of door naar een pelgrimsoord te gaan en zelfs groter dan datgene wat men bereikt door giften te geven aan brahmana’s. Ik vertel jou heel nadrukkelijk dat dit de waarheid is. Na zo aan het meisje Zijn zegen te hebben gegeven, verdween de Allerhoogste Heer plotseling. Vanaf die tijd werd de Ekadasi-dag de meest verdienstelijke en beroemde dag over het hele universum.
O Arjuna, wanneer iemand zich strikt aan Ekadasi houdt, dood Ik al zijn vijanden en geef hem de hoogste plaats van bestemming. Wanneer iemand zich op deze wijze houdt aan dit grote Ekadasi-vasten, verwijder ik alle belemmeringen naar zijn spirituele vooruitgang en geef hem de perfectie van het leven (de 3 aanbevolen methoden van het vasten op Ekadasi zijn: geheel vasten, alleen ‘s avonds éénmaal eten of alleen éénmaal op een ander tijdstip gedurende de dag eten, zonder graanprodukten en peulvruchten).
Zo heb Ik je, O zoon van Prtha, de oorsprong van Ekadasi beschreven. Deze ene dag verwijdert alle zonden eeuwig. Het is de meest verdienstelijke dag om allerlei soorten van zonden te vernietigen en het is verschenen om iedereen in het universum te bevoordelen door allerlei soorten van perfectie te geven. Men dient geen onderscheid te maken tussen de Ekadasi’s van de toenemende en afnemende maan. Beide dienen te worden nageleefd, O Partha, en ze dienen niet te worden onderscheiden van Maha-dvadasi (soms, door verschillende astronomische redenen, dient Ekadasi te worden gehouden op de volgende dag, Dvadasi.
Deze Maha-dvadasi wordt als de meest gunstige beschouwd). Iedereen die op Ekadasi vast, dient in te zien dat er geen verschil is tussen deze 2 Ekadasi’s, aangezien ze dezelfde tithi omvatten. Een ieder die volledig vast op Ekadasi volgens de regels en bepalingen zal de allerhoogste woning van Heer Visnu, die op Garuda rijdt, bereiken. Alle lof aan degenen die zichzelf overgeven aan Heer Visnu en hun hele tijd besteden aan het bestuderen van de heerlijkheden van Ekadasi. Iemand die belooft niets te eten op Ekadasi, maar alleen de volgende dag te eten, verkrijgt hetzelfde resultaat als iemand die een paardenoffer(asvamedha-yajna) verricht. Dit lijdt geen twijfel.
Op Dvadasi, de dag na Ekadasi, dient men te bidden: O Pundarikaksa, O Lotus-ogige Heer, nu zal ik eten. Bescherm mij alstublieft. Na dit gezegd te hebben, dient de wijze toegewijde wat bloemen en water aan de lotusvoeten van de Heer te offeren en de Heer uit te nodigen te eten, door de acht-lettergrepen mantra driemaal te chanten (deze mantra is om namo Narayanaya). Wanneer de toegewijde de vruchten van zijn vasten wenst te verdienen, dient hij water te drinken van de geheiligde lota/glas waarin hij water heeft geofferd aan ‘s Heren lotusvoeten.
Op Dvadasi dient men te vermijden om overdag te slapen, in het huis van iemand anders te eten, meer dan één keer te eten, sex te hebben, honing te eten, van een bronzen bord te eten, urad dal te eten en olie te masseren op iemands huid. De toegewijde dient deze 8 dingen op te geven op Dvadasi. Wanneer hij op die dag wenst te spreken met iemand die verstoten is, dient hij zichzelf te zuiveren door een Tulasi-blad of een amalaki vrucht te eten.
O beste van koningen, vanaf ‘s middags op Ekadasi tot het aanbreken van de dag op Dvadasi, dient men zich bezig te houden met baden, de Heer te aanbidden, toegewijde dienst te verrichten, inclusief het geven van giften en het houden van vuuroffers. Wanneer iemand in moeilijke omstandigheden verkeert en het Ekadasi-vasten niet goed kan verbreken op Dvadasi, kan men het verbreken door water te drinken en dan is het niet verkeerd om later weer wat te eten.
Een toegewijde van Heer Visnu die dag en nacht deze al-gunstige onderwerpen betreffende de Heer hoort gereciteerd van een andere toegewijde, zal worden verheven naar de planeet van de Heer en daar 10.000.000 kalpas verblijven. Iemand die slechts één zin hoort over de heerlijkheden van Ekadasi raakt vrij van de reacties van zonden, zoals het doden van een brahmana.
– Iemand die een brahmana heeft gedood en dan later hoort over de heerlijkheden van Utpanna Ekadasi, zal worden bevrijd van de reacties van deze zonde. Men moet echter niet vooraf denken dat men een brahmana kan doden en ongestraft kan blijven, door alleen maar over deze Ekadasi te horen. Het begaan van zo’n misdaad is afschuwelijk. –
Dit lijdt geen twijfel. In alle eeuwigheid zal er geen betere weg zijn om Heer Visnu te aanbidden dan het vasten op Ekadasi. Zo eindigt het verhaal over de heerlijkheden van Margasirsa-Krishna Ekadasi of Utpanna Ekadasi uit de Bhavisya-uttara Purana.