Menu Close

Vedische keuken en gezondheid

Sri Bhagavan Dhanvantari, de incarnatie van Heer Krsna die de medische wetenschap naar dit universum bracht.

De wetenschap van het eten en een goede gezondheid

INDIA is niet alleen de bakermat van de vegetarische keuken, maar tevens van de wetenschap van een goede gezondheid. De Ayur-veda sastra is zonder twijfel het oudst bekende geschrift over geneeskunde, hygiene, biologie en voedingsleer. Deze tak van de Veda’s werd vele duizenden jaren geleden geopenbaard door Bhagavan Dhanvantari, een incarnatie van Krsna. “Vele duizenden jaren geleden” betekent in dit geval echter niet hetzelfde als primitief. Sommige adviezen uit de Ayur-veda zullen de hedendaagse lezer doen denken aan de adviezen van de moderne voedingsleer en andere komen gewoon bijzonder verstandig over. Sommige komen ons misschien wat minder bekend voor, maar zullen zich te zijner tijd wel bewijzen. Uiteindelijk is “eten” geen uitvinding van de laatste jaren en confronteert onze geschie-denis ons keer op keer met verbazingwekkende feiten.

Het hoeft ons niet te verbazen een onderwerp als lichamelijke gezondheid behandeld te zien in teksten over het geestelijk leven. De Veda’s beschouwen het menselijk lichaam als een geschenk van God, een kans voor de gevangen ziel om te ontsnappen uit de kringloop van geboorte en dood. Het belang van een gezonde manier van leven wordt eveneens door Sri Krsna in de Bhagauad-gita (6.16-17) benadrukt: “Men kan met geen mogelijkheid een yogi worden, o Arjuna, als men te veel eet of te weinig eet, te veel slaapt of te weinig slaapt. Wie gereguleerd is in zijn gewoonten van eten, slapen, ontspanning en werk, kan door het beoefenen van het yoga-systeem alle materiele pijn verzachten.”

De juiste manier van eten is om twee redenen van belang. In de eerste plaats speelt het een belangrijke rol bij de lichamelijke gezondheid. Te veel eten, het eten van onrein voedsel of eten in een verontruste of verstoorde gemoedstoestand kan spijsverteringsproblemen veroorzaken, wat de oorzaak is van vele ziekten. Bovendien kan een juiste manier van eten iemand die naar het transcendente streeft helpen bij het bereiken van de volledige beheersing over zijn geest en zintuigen. Het nemen van voedsel is dus niet slechts een kwestie van “bijtanken”, maar zowel geestelijk als materieel gezien een zaak van levensbelang.

Hieronder vindt u enige richtlijnen voor een juiste rnanier van eten uit de Ayur-veda en andere geschriften.

Maak uw voedsel geestelijk

Volgens de Bhagavad-gita (17.8-10) kan voedsel in drie categorieen onderverdeeld worden: goedheid, hartstocht en onwetendheid. “Het voedsel dat graag gegeten wordt door mensen in goedheid verlengt de levensduur, zuivert het bestaan en schenkt kracht, gezondheid, vreugde en voldoening. Dergelijk voedsel is sappig, vettig, voedzaam en doet het hart goed. Voedsel dat te bitter, te zuur, zout, heet, scherp, droog en brandend is wordt graag gegeten door hen die in hartstocht zijn. Dergelijk voedsel veroorzaakt ellende, verdriet en ziekte. Voedsel dat meer dan drie uur voordat het gegeten wordt bereid is, voedsel dat smakeloos, ontbonden en verrot is, en voedsel dat bestaat uit overblijfselen en onaanraakbare zaken, wordt graag gegeten door mensen die zich in onwetendheid bevinden.” Wat je eet beinvloedt dus de kwaliteit van je leven. Er is vandaag de dag veel onnodig lijden, omdat de meeste mensen bij het kiezen van hun voedsel geen enkel ander criterium hebben dan de prijs en wat hun zintuigen verlangen. Voedsel heeft echter niet alleen tot doel om de levensduur te verlengen en de lichaamskracht te vergroten, maar ook om de geest en het bewustzijn te zuiveren. Daarom offert de transcendentalist zijn voedsel eerst aan de Heer. Zulk geofferd voedsel baant de weg naar spiritueel vooruitgang. Er zijn miljoenen mensen over de hele wereld die er niet eens aan zouden denken hun voedsel te eten als het niet eerst aan Krsna geofferd was.

Deel prasada met anderen

Srila Rupa Gosvami verklaart in de Upadesamrta, een vijfhonderd jaar oud klassiek werk over toegewijde dienst: “Het aanbieden en aannemen van geschenken, het in vertrouwen onthullen van zijn gedachten en in vertrouwen informeren, en het aanbieden en aan-nemen van prasada zijn de zes kenmerken van liefdevolle uitwisseling tussen toegewijden.” Een geschenk van God is te goed om voor jezelf te houden en daarom bevelen de geschriften ons aan prasada met anderen te delen, of het nu vrienden of onbekenden zijn. In het oude India – en veel mensen houden deze gewoonte er nog steeds op na – opende de heer des huizes tegen etenstijd de voordeur en riep: “Prasada! Prasada! Als er iemand honger heeft, laat hem dan nu komen eten!” Nadat hij zijn gasten verwelkomd had en ze het zo goed mogelijk naar hun zin gemaakt had, gaf hij ze te eten tot ze helemaal verzadigd waren. Dan pas nam hij zelf zijn maaltijd. Ook als u dit gebruik niet kunt aanhouden, kunt u toch naar gelegenheden uitzien waarbij u prasada met anderen kunt delen. U zult de prasada dan zelf ook veel meer waarderen.

Combineer gerechten op een verstandige manier

Gerechten behoren zo gecombineerd te worden dat de smaak goed tot zijn recht komt, dat de spijsvertering gestimuleerd wordt en dat de voedingsstoffen gemakkelijk door het lichaam opgenomen kunnen worden. Rijst en andere granen gaan goed samen met groenten. Melkprodukten als kaas, yoghurt en karnemelk zijn goed te combi-neren met granen en groenten, maar verse melk gaat niet samen met hete melk, zure vruchten of gefermenteerde melkprodukten. (U kunt beter ook geen zure vruchten mengen met alkalische vruchten).

Alkalische dieet

Het basisch of alkalisch dieet is erop gericht om uitsluitend of hoofdzakelijk producten te eten en drinken die een alkalisch effect hebben op het lichaam. Een alkalisch effect is het tegenovergestelde van een verzurend effect. Het zorgt ervoor dat je pH-waarde op orde blijft waardoor je een stuk gezonder bent

Ook de volgorde waarin u de verschillende gerechten eet is van belang. Volgens de Ayur-veda is deze volgorde gebaseerd op de zes smaken (zoet, zuur, zout, scherp, bitter en samentrekkend/wrang). De uitwerking die een bepaald soort voedsel op het lichaam heeft hoeft echter niet altijd hetzelfde te zijn als de smaak die men proeft met de tong. Zo smaakt een capati ogenschijnlijk hartig, terwijl de uitwerking op het lichaam zoet is. Normaal gesproken begint en eindigt een maaltijd met de zoete smaak. Hieronder vallen de meeste gerechten van meelspijzen, peulvruchten en zoetigheden. Na de zoete smaak is het de beurt aan de zure en zoute smaken. Hieronder vallen de gerechten met gekookte groenten, de verschillende soorten soep en vloeibare dal, salades en gerechten met yoghurt. Tenslotte wordt een kleine hoeveelheid rijst (zoet) genomen, om een gevoel van voldoening te geven. De zogenaamde “smaakmakers”, met een scherpe, samentrekkende of bittere smaak, kunnen helemaal aan het begin genomen worden of tijdens de maaltijd.

Probeer af en toe eens te vasten

Het mag misschien vreemd lijken dat u in een kookboek aangeraden wordt om te vasten, maar volgens de Ayur-veda versterkt het vasten zowel de wilskracht als de lichamelijke gezondheid. Door af en toe te vasten geeft u het spijsverteringssysteem wat rust en verfrist u de zintuigen, de geest en het bewustzijn. In de meeste gevallen raadt de Ayur-veda aan te vasten met water. Vasten met vruchtensappen is erg populair in het Westen, omdat de westerse methoden vaak lange periodes van vasten aanraden. Bij een Ayur-vedische behandeling vast men echter maar kort, één tot drie dagen. Tijdens het vasten mag men niet meer water drinken dan nodig is om de dorst te lessen. De Veda’s vermelden dat ons voedsel wordt verteerd door jatharagni, het vuur in de maag. Omdat jatharagni nu geen voedsel hoeft te verteren, kan het zich bezig houden met het verbranden van de opgehoopte afvalstoffen in het lichaam.

De toegewijden vasten tweemaal in de maand van granen en peul-vruchten. Die speciale dagen worden ekadasi genoemd en vallen op de elfde dag na voile maan en de elfde dag na nieuwe maan. Volgens de Brahma-vaivarta Purana wordt iedereen die zich op de dag van ekadasi onthoudt van granen en peulvruchten van allerlei reacties op negatieve daden bevrijd.

Eet met mate

Vitaliteit en kracht zijn niet afhankelijk van de hoeveelheid voedsel die we eten, maar van de hoeveelheid voedsel die we kunnen verteren. De maag heeft werkruimte nodig. Stop hem daarom niet boordevol, maar vul hem voor de helft door slechts de helft te eten van wat u denkt te kunnen eten. Laat een kwart van de inhoud vrij voor vloeistoffen en een kwart voor lucht. Op deze manier helpt u de spijsvertering en geniet u meer van de maaltijd. Bescheiden eetgewoonten schenken eveneens voldoening aan de geest en harmonie aan het lichaam. Te veel eten verstoort de geest, stompt deze af en maakt het lichaam zwaar en vermoeid.

Giet geen water op het vuur van de spijsvertering

Zichtbare en onzichtbare verbranding zijn twee aspecten van wat we “vuur” noemen. De spijsvertering heeft duidelijk met verbranding te maken. We spreken vaak over het “verbranden” van vet en calorieen. Het woord “calorie” verwijst zelf al naar de hitte die vrijkomt wanneer voedsel wordt verbrand. Aangezien we vaak bij het eten drinken wordt de uitwerking die vocht op vuur heeft een belangrijke overweging bij de kunst van het eten.

Drinken voor de maaltijd vermindert de eetlust en dus ook de neiging om te veel te eten. Drinkt u wat tijdens de maaltijd, dan helpt u de maag bij haar werk, terwijl drinken na de maaltijd de maagsappen verdunt en het vuur van de spijsvertering dooft. Wacht minstens een uur na elke maaltijd voordat u weer gaat drinken. Daarna kunt u elk uur wat drinken.

Wees rein

De vedische cultuur legt sterk de nadruk op zowel inwendige als uitwendige reinheid. Wat inwendige reinheid betreft, kunnen we de geest en het hart reinigen van de materiele besmetting door vedische mantra’s te chanten, vooral de maha-mantra.

Maha mantra

Hare Kṛṣṇa Hare Kṛṣṇa
Kṛṣṇa Kṛṣṇa Hare Hare
Hare Rāma Hare Rāma
Rāma Rāma Hare Hare

Het gebed betekent letterlijk: ‘O energie van de Heer (Hare oftwel Srimati Radharani), O al-aantrekkelijke Heer (Krishna), Allerhoogste Genieter (Rama), laat me U alstublieft dienen.

Uitwendige reinheid betekent dat men erg schoon moet zijn, zowel tijdens het koken als tijdens het eten. Natuurlijk omvat dit ook de bekende goede gewoonten als het wassen van de handen en voeten, en spoelen van de mond voor en na het eten.

Verspil geen voedsel

De geschriften waarschuwen ons dat elke hoeveelheid voedsel, hoe klein dan ook, die verspild wordt in tijden van overvloed, ons in precies dezelfde mate zal ontbreken in tijden van nood. Neem dus niet meer dan u op kunt. Als er om een bepaalde reden toch prasada weggegooid moet worden, voer het dan aan de dieren, begraaf het of gooi het in het water. Prasada is heilig en mag daarom nooit in de vuilnisbak gegooid worden of door het toilet gespoeld. Let er altijd op dat u geen voedsel verspilt, of het nu tijdens het koken is of tijdens het eten.

Eet op vaste tijden

Neem uw hoofdmaaltijd zo mogelijk als de zon op haar hoogste punt staat (rond de middag), omdat uw spijsvertering dan het beste werkt. Wacht na een lichte maaltijd minstens drie uur en na een zware maaltijd vijf uur voor u weer gaat eten. Eet op vaste tijden, zonder tussendoortjes. Dit helpt de tong en de geest tot rust te brengen.

Eet in een aangename sfeer

Volgens de Ksema-kutuhala, een vedisch kookboek uit de tweede eeuw na Christus, zijn een goede stemming en een aangename sfeer even belangrijk voor een goede spijsvertering als de kwaliteit van het voedsel. Beschouw uw voedsel als een gunst van Krsna. Voedsel is een geschenk van God. Kook, serveer en eet het daarom in een stemming van vreugdevolle eerbied.

Mantra voor het eren van prasada

mahā-prasāde govinde
nāma-brahmaṇi vaiṣṇave
svalpa-puṇyavatāḿ rājan
viśvāso naiva jāyate

O koning, voor degenen die maar heel weinig vrome activiteiten hebben vergaard, is hun vertrouwen in maha-prasada, in Sri Govinda, in de Heilige Naam en in de Vaisnava nooit geboren.

bhāi-re!
śarīra abidyā-jāl, joḍendriya tāhe kāl,
jīve phele viṣaya-sāgore
tā’ra madhye jihwā ati, lobhamoy sudurmati,
tā’ke jetā kaṭhina saḿsāre
 
(2)
kṛṣṇa boro doyāmoy, koribāre jihwā jay,
swa-prasād-anna dilo bhāi
sei annāmṛta pāo, rādhā-kṛṣṇa-guṇa gāo,
preme ḍāko caitanya-nitāi

VERTALING
1) O broeders! Dit materiële lichaam is een netwerk van onwetendheid, en de zintuigen zijn je dodelijke vijanden, want ze werpen de ziel in de oceaan van materiële zinsbevrediging. Onder de zintuigen is de tong de meest vraatzuchtige en waarlijk slecht; het is erg moeilijk om de tong te veroveren in deze wereld.
2) O broeders, Heer Krsna is erg genadig. Alleen maar om de tong te beheersen, heeft Hij ons de overblijfselen van Zijn eigen voedsel gegeven! Eet nu alstublieft deze nectargelijke granen terwijl u de heerlijkheden van Sri Sri Radha en Krsna bezingt, en roep in liefde “Caitanya! Nitai!”